Blik op oneindig groots heelal
Bij het lezen van ”Schitterend heelal” duizelt het je al snel: de onmetelijke afstanden, het ontelbaar grote aantal sterrenstelsels. De beelden daarvan zijn bovendien van onuitsprekelijke schoonheid.
Wetenschapsjournalist Govert Schilling heeft het 25-jarig jubileum van Hubble Space Telescope aangegrepen om een nieuw boek over de kosmos uit te brengen. „De ruimtetelescoop heeft werkelijk op elk deelgebied van de sterrenkunde belangrijke bijdragen geleverd en vaak revolutionaire doorbraken gebracht. Het ontstaansproces van sterren en planeten, de aanwezigheid van zwarte gaten in de kernen van sterrenstelsels, de verdeling van donkere materie in het universum, de allervroegste levensfasen van sterrenstelsels, supernova’s en de versnellende uitdijing van het heelal – niets lijkt te ontsnappen aan de spiedende blik van de Hubble Space Telescope”, schrijft Schilling. „Toen Hubble gelanceerd werd, in het voorjaar van 1990, wist niemand hoe alledaags of zeldzaam ons eigen zonnestelsel was. Vijfentwintig jaar later zien we nieuwe planetenstelsels voor onze ogen ontstaan, weten we dat er meer exoplaneten (planeten bij een andere ster dan de zon) in het heelal zijn dan zandkorrels op de aarde, en beginnen we de unieke eigenschappen van die verre werelden langzaam maar zeker te ontdekken. Eén ding is alvast duidelijk; er is sprake van een verbluffende verscheidenheid.”
De wetenschapsjournalist verstaat de kunst om ingewikkelde sterrenkundige materie helder uiteen te zetten. Het besef dat de aarde „in de peilloze diepte van het heelal niet meer dan een stofje, een speldenprik” is, brengt hem tot verwondering. „Kennis leidt niet tot onttovering. Integendeel. (…) Wat is er heerlijker dan wegdromen onder een sprankelende sterrenhemel en –alleen of in gezelschap– te mijmeren en filosoferen over de Grote Vragen van het bestaan?”
Dat het universum is geschapen door een Almachtig God en door Hem in stand wordt gehouden, wil er echter bij hem niet in. De hedendaagse wetenschappelijke modellen hebben God ook niet nodig om het heelal te beschrijven.
Toch blijft de geboorte van de kosmos uiteindelijk in nevelen gehuld, erkent Schilling. „Sinds mensenheugenis worden overal ter wereld verhalen verteld over oergoden en hun scheppingsdaden, over de scheiding van aarde en kosmos, over vuur en ijs, orde uit chaos, licht in de duisternis. „In den beginne schiep God de hemel en de aarde”, vertelt het Bijbelboek Genesis. Dat is minder wiskundig maar nauwelijks onbevattelijker dan het wetenschappelijke scheppingsverhaal van oerknal, symmetrieverbreking, inflatie en nucleosynthese. Als de oorsprong van het universum één symbool verdient, is dat het vraagteken”, concludeert Schilling.
De wetenschapsjournalist deelt overigens niet de hoogmoed van sommige wetenschappers dat de mens het heelal ooit helemaal zal doorgronden. „Ik twijfel. Waarom zou het menselijk brein in staat zijn om elk vraagstuk te beantwoorden?”
Na het lezen van zo’n verhaal is het goed om terug te bladeren naar het begin. De bijschriften te laten voor wat ze zijn en de schoonheid van de foto’s op je in te laten werken. Stil te worden uit diep ontzag voor de Schepper Die het heelal zo wonderschoon heeft gemaakt, het getal van de sterren kent en die alle bij naam noemt.
Boekgegevens
Schitterend heelal. Aarde en mens in een onbegrensd universum, Govert Schilling; uitg. Fontaine, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 5956 603 3; 192 blz.; € 34,95.