Muzieklessen die passen bij identiteit school
In het muziekonderwijs komt het accent op sociale vaardigheden te liggen, zegt Gerry Poelert, directeur van Cultura in Ede. Reformatorische scholen weten het cultuurcentrum te vinden.
Onder Cultura valt een bibliotheek, een kunstencentrum, een theater, een stadswinkel en het binnenstadsmanagement. Er wordt nu gewerkt aan een erfgoedcentrum.
Directeur Gerry Poelert merkt dat de laatste jaren de accenten in het cultuuraanbod zijn verschoven. „De vraag van de klant is belangrijker geworden. Vroeger was dat anders. Een muziekschool, die probeerde je iets bij te brengen op het gebied van kunst en cultuur. Dat heeft goede dingen gebracht, maar ook vervreemding, en een imago dat kunst een ver-van-je-bedshow is. De laatste vijf jaar is het besef van maatschappelijke relevantie sterk gegroeid. Zonder vraag van de klant kun je wel stoppen.”
Deze verschuiving bracht een nieuwe waardering voor de achterban met zich mee, vervolgt Poelert. „Ik ben hier begonnen als hoofd bibliotheek. De collectievorming werd destijds sterk bepaald door de hobby van de medewerkers, niet door de interesse van de klant. We hebben toen duidelijke keuzes gemaakt: meer streekromans, meer christelijke romans. Want we merkten dat onze trouwste doelgroep de ouderen en de brede christelijke achterban zijn, daar wordt veel gelezen. Zo hebben we er ook voor gekozen, tegen landelijke trends in, de boekenbus te handhaven.”
Naar elkaar luisteren
In het muziekonderwijs komt het accent op samenspel en groepslessen te liggen, zegt Poelert. „Nog steeds willen kinderen een eigen instrument leren spelen, zoals harp, panfluit, dwarsfluit, hoorn, trompet, saxofoon, klarinet. Maar de individuele muzieklessen zullen minder vaak gesubsidieerd gaan worden. Belangrijker worden de muzieklessen op scholen, de brede culturele opvoeding binnen leerlijnen. Het is een landelijke trend, waar ook minister Bussemaker zich sterk voor maakt. Deze vorming binnen scholen heeft meer met 21e-eeuwse vaardigheden te maken, zoals samenwerken, assertief zijn en goed naar elkaar luisteren.”
Ede heeft 67 basisscholen, waarvan er meer dan 50 naar Cultura komen voor klassenbezoeken. Poelert: „Tegenwoordig haken ook reformatorische scholen aan, en dat gaat snel. Ik werd gebeld door de directeur van een reformatorische school in Ederveen. Ze willen een prentenboek uitgeven, en vroegen of dat in Cultura mag. Het begint te zoemen, en dat is goed. Wel zie je dat reformatorische scholen soms een drempel over moeten. Met een ”theaterzaal” kan men niks, daarom noemen we het ”grote zaal”.”
Van de structurele subsidies die Cultura voor muziekonderwijs krijgt, gaat op dit moment 15 procent naar de scholen. Daarmee worden zo’n 2500 kinderen bereikt. De overige 85 procent gaat naar het naschoolse privéonderwijs, waarmee circa 1000 kinderen worden bereikt. Poelert verwacht dat de 15 procent gaat groeien, en dat de 85 procent zal stoppen. „We zoeken naar mogelijkheden om de privélessen betaalbaar te houden als straks deze subsidie wegvalt. Subsidies worden steeds vaker ingezet op schoolprojecten.”
Cultura heeft ongeveer twintig docenten die dagelijks naar scholen gaan. Dertig docenten geven het naschoolse privéonderwijs. Scholen vragen om een ander type docenten, legt Poelert uit. Niet zozeer de specialist die een instrument aanleert, maar de generalist die diverse instrumenten demonstreert en groepslessen geeft over echo, ritme, zingen en andere thema’s.
Identiteit
Op de Eben-Haëzerschool in Bennekom, een reformatorische basisschool met 230 leerlingen, draait het project Muziek in de Klas (MIK). Elke vrijdagmorgen geeft een docent van Cultura aan de groepen 1 tot en met 4 een halfuur algemene muzikale vorming (AMV).
Als cultuurmakelaar bemiddelt Ottelien Groenenberg tussen Cultura en de scholen. „We zijn drie jaar geleden begonnen met Muziek in de Klas”, legt ze uit in de personeelskamer van de Eben-Haëzerschool. „Op deze school zijn we dit jaar begonnen met de groepen één tot en met vier. Volgend jaar is het de bedoeling een muziekcarrousel in groep vijf te beginnen. De kinderen krijgen dan drie keer tien lessen op één instrument, bijvoorbeeld de harp, de hoorn en de blokfluit. De klas wordt in drie groepen verdeeld, en ze rouleren om de tien lessen. Aan het eind van het jaar hebben ze drie instrumenten gehad.”
Directeur Geurt Driessen: „Als reformatorische school willen we volop meedoen met dingen die in de gemeente Ede worden aangeboden. Mits deze passen binnen onze identiteit. We hebben volmondig ja gezegd tegen het project Muziek in de Klas toen we het eens konden worden over voorwaarden als kleding en taalgebruik. Wat dat betreft ben ik blij dat we elkaar gevonden hebben. Cultura heeft gezocht naar docenten die de identiteit van de school begrijpen. Dit wordt door de school bijzonder gewaardeerd, wij zijn dan ook zeer te spreken over de samenwerking.”
Groenenberg: „De identiteit is ook mijn eigen achtergrond. Docenten van Cultura moeten zich aanpassen aan de identiteit van de scholen waar ze komen. Niet elke muziekdocent wil daaraan meedoen. Dat is prima, maar dan kan de docent ook niet naar de betreffende school. Daar praten we binnen Cultura helder over.”
Driessen: „Ik heb veel waardering voor de muziekdocent. Als hij twijfelt of iets wel of niet kan, spiegelt hij dat altijd een dag van tevoren. De docent sluit sterk aan bij de thema’s die in de week aan de orde zijn.” Groenenberg: „Als er in de groepen een woordenlijst wordt aangeleerd, kun je die woorden terug laten komen in een liedje.” Driessen: „Een ander mooi voorbeeld: pas hebben we als school ons 40-jarig jubileum gevierd. De muziekdocent heeft een liedje geschreven dat hij in alle vier de groepen heeft aangeleerd. Op zaterdag 21 maart werd hier het nieuwe logo onthuld. Toen is hij speciaal naar school gekomen om dat liedje te begeleiden op de piano.”
Heeft de Eben-Haëzerschool alle muzieklessen uitbesteed? Driessen: „Voor een deel. Het is wel de bedoeling dat leerkrachten op de lessen voortborduren.” Groenenberg: „De leerkracht blijft altijd bij de muziekles. Hij of zij moet in staat zijn om met liedjes die worden aangeleerd de rest van de week door te gaan. De muziekles is dus ook een instructie aan de leerkracht zelf.”
Driessen is ervan overtuigd dat de muzieklessen een meerwaarde bieden. „Een leerkracht kan ook wel ritme klappen of een liedje aanleren, maar de muziekdocent probeert iets van een doorgaande leerlijn op te bouwen. Ik zie het project Muziek in de Klas als een mooie kans om met behoud van eigen identiteit het muziekonderwijs op de kaart te zetten.”
Meer informatie: www.cultura-ede.nl