Binnenland

Beschuldiging voorkennis Rijssenaren ongegrond

De Rijssense wethouder J. Flim-Gerritsen (CU) en brandweercommandant H. Wolterink hebben niet met voorkennis gehandeld bij het invullen van het Taxi Baan-terrein.

Van onze correspondent
18 February 2004 10:14Gewijzigd op 14 November 2020 00:58

Dat bleek dinsdag bij de presentatie van het onderzoeksrapport door burgemeester mr. P. Scholten. Daarbij was de Utrechtse oud-gemeentesecretaris drs. A. Vermeulen aanwezig, die het onderzoek naar vermeend misbruik van voorkennis verrichtte in opdracht van de burgemeester.

Bij de herziening van het bestemmingsplan Kern 2000 werden de beschuldigingen door juridisch adviseur P. Baakman ingebracht. Hij trad op namens de families Voortman. De kledingwinkeliers zijn tegenstanders van de bebouwingsplannen van het Taxi Baan-terrein op de hoek Bouwstraat/Haarstraat door de firma Ziengs. Ze zijn bang door de omvang van de bebouwing uitzicht te verliezen en zij vrezen dat hun kledingzaken worden weggedrukt uit het straatbeeld.

Volgens Baakman zou wethouder Flim boter op haar hoofd hebben omdat het pand naast Baan eigendom was van haar schoonouders. Brandweercommandant Wolterink zou in die hoedanigheid voorinformatie van het gemeentehuis hebben gebruikt ten behoeve van bouwbedrijf AKOR waarvan hij directeur was.

In het onderzoeksrapport van Vermeulen staat dat de verdenkingen iedere grond missen, waardoor Flim en Wolterink van alle blaam gezuiverd zijn. Volgens Vermeulen is er ook geen sprake van belangenverstrengeling. „Het enige dat gezegd kan worden is dat een verkeerde datum in een ambtelijk rapport voor verwarring heeft gezorgd.”

De betrokkenheid van wethouder Flim bij de kwestie moet zelfs met een vergrootglas gezocht worden. „Er is sprake van een afgeleide van een afgeleide”, aldus Vermeulen. „Zij was namelijk geen eigenaar van het door Ziengs aangekochte pand. Als je alles heel formeel wilt benaderen, dan had de wethouder zich van stemming moeten onthouden tijdens enkele college- en raadsvergaderingen, waarop besluiten over de locatie zijn genomen. Maar omdat er geen sprake was van hoofdelijke stemming, is kennelijk zelfs niet gedacht aan stemonthouding.”

Vermeulen zegt dat bijna iedereen volledig meewerkte aan zijn onderzoek. Alleen dat Baakman niet bereid was documenten en andere informatie over de kwestie te verstrekken was „lastig. Baakman vond de onderzoeksopdracht niet breed genoeg. Maar als je op deze manier mensen publiekelijk in diskrediet brengt, zou het ook behoorlijk zijn geweest aan het onderzoek mee te werken”, aldus Vermeulen.

Mevrouw Flim vindt het „niet niks om zo belasterd te worden in het openbaar.” Ze is heel blij met de uitkomst van het onderzoek en overweegt geen verdere juridische stappen tegen degenen die de beschuldigingen hebben ingebracht.

Brandweercommandant H. Wolterink is eveneens blij, maar zegt zich wel „diep geraakt” te voelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer