Premier Haïti slaat alarm over opstand
Premier Yvon Neptune van Haïti heeft dinsdag gezegd dat in het land een staatsgreep gaande is. Hij vroeg de internationale gemeenschap om hulp. Die lijkt niet erg geneigd aan dat verzoek te voldoen.
Maandag kregen de opstandelingen steun van soldaten uit het door president Jean-Bertrand Aristide ontbonden leger. Zij verdreven de politie uit Hinche, een stad met 50.000 inwoners in het noordwesten van het land. Het vliegveld van Cap-Haïtien, de tweede stad van het land, is dinsdag gesloten uit angst voor een aanval van de rebellen. De kans op een burgeroorlog groeit met de dag.
De regering heeft alleen zo’n 5000 man politie om de orde in het land te handhaven en aangevallen steden te beschermen. De agenten zijn daar slecht toe in staat, zo geeft ook de regering toe. „De agenten zijn uitgerust en opgeleid om rellen neer te slaan, niet om de strijd aan te gaan met rebellen”, aldus Neptune, die zei van de internationale gemeenschap te verwachten dat zij „laat zien dat zij echt vrede en stabiliteit in Haïti wil.” Hij wilde niet zeggen of hij doelde op militaire interventie. De oppositiepartijen in Haïti hebben zich gedistantieerd van de opstandelingen. Zij willen dat aan het bewind van Aristide, die wordt beschuldigd van corruptie, verkiezingsfraude en wanbeleid, op vreedzame wijze een einde wordt gemaakt.
De Verenigde Staten, die tien jaar geleden 20.000 soldaten naar Haïti stuurden om een einde te maken aan het militaire bewind en aan de stroom bootvluchtelingen richting Florida, hebben laten weten geen plannen te hebben om opnieuw in te grijpen. „Er is eerlijk gezegd geen animo voor”, zei minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell.
De VS streven naar een politieke oplossing. Als die er is, kan er misschien worden gepraat over een internationale politiemacht, zei Powell. Frankrijk, de voormalige kolonisator van Haïti, weegt de voors en de tegens van een vredesmacht af, zei minister van Buitenlandse Zaken Dominique de Villepin. De Franse regering heeft dinsdag een commissie benoemd die op korte termijn advies moet geven over een Frans ingrijpen in Haïti.
De opstand in Haïti duurt nu bijna twee weken. Zeker 57 mensen zijn bij gevechten om het leven gekomen. Het was dinsdag onmogelijk om Hinche te bereiken: politieagenten en gewapende aanhangers van Aristide hebben de toegangsweg naar de stad geblokkeerd. De rebellen die de stad hebben ingenomen staan volgens ooggetuigen onder leiding van Louis-Jodel Chamblain, een oud-soldaat en een voormalige leider van het paramilitaire doodseskader Fraph, dat begin jaren ’90 tientallen mensen heeft vermoord.
De Dominicaanse Republiek dringt aan op een snel ingrijpen door de internationale gemeenschap. Minister van Buitenlandse Zaken Francisco Guerrero Prats zei dinsdag dat zijn land met Haïti het eiland Hispaniola deelt. Prats vreest dat het geweld overslaat naar de Dominicaanse Republiek. Langs de 380 kilometer lange grens met Haïti zijn inmiddels extra militairen gelegerd.
Tot nu toe is er geen vluchtelingenstroom vanuit Haïti op gang gekomen. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR houdt er rekening mee dat dit wel gebeurt en heeft dinsdag in Washington overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de Verenigde Staten en diverse Caraïbische landen. VN-secretaris-generaal Kofi Annan zei dinsdag dat hij laat onderzoeken welke rol de Verenigde Naties bij de oplossing van het conflict kunnen spelen.
Het Rode Kruis en de hulporganisatie CARE zijn er maandag in geslaagd medische voorraden en voedsel naar Gonaïves te brengen, de stad waar de opstand begon. In het grootste gedeelte van het land is het rustig, maar de voedseldistributie is door de opstand ernstig verstoord. Veel ziekenhuizen hebben een tekort aan geneesmiddelen. Artsen zonder Grenzen heeft hulp beloofd.