Minister: berechting daders MH17 heel lastig
CHARKOV (ANP). Niemand twijfelt er volgens minister Ard van der Steur aan dat het heel moeilijk zal zijn om de daders achter de vliegramp in Oost-Oekraïne op te sporen en te berechten. „Maar dat wil niet zeggen dat we niet alles moeten doen wat nodig is om dat te realiseren”, zegt de bewindsman van Veiligheid en Justitie.
Hij was zaterdag in de Oost-Oekraïense stad Charkov bij het vertrek van de laatste lijkkisten met stoffelijke resten van slachtoffers naar Nederland. Nu de bergingsmissie klaar is, verschuift de aandacht zich verder naar de onderzoeken naar de toedracht van de ramp en de pogingen om de verantwoordelijken voor de rechter te brengen.
Van der Steur wil er niet te veel over zeggen. „Maar het is zonder twijfel zo dat het veel moeilijker zal zijn dan wij allemaal hopen. En het zal ook tot teleurstelling leiden, want iedereen, ik ook, vindt dat dat binnen een paar maanden na het verschijnen van de rapporten zou moeten gebeuren. Maar dat zal niet gaan, want het is veel en veel te complex”, zei de minister in Charkov tegen persbureau ANP.
Toch is Van der Steur meer dan gemotiveerd om ervoor te zorgen dat er gerechtigheid komt, mede omdat de vliegramp hem ook persoonlijk heeft geraakt. Een oud-collega van een advocatenkantoor en diens gezin kwamen daarbij om.
In het condoleanceregister op het ministerie van Veiligheid en Justitie schreef Van der Steur, die toen nog VVD-Kamerlid was, dat hij er alles aan zou doen om de verantwoordelijken voor de ramp te laten berechten. „Met die overtuiging geef ik invulling aan mijn coördinerend ministerschap voor de MH17-ramp.”
Van der Steur is trots op het „ongelooflijk ingewikkelde” werk dat in de afgelopen ruim negen maanden is verzet. In moeilijke omstandigheden zijn de vele experts erin geslaagd om in het omvangrijke rampgebied stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen van slachtoffers en wrakstukken van het vliegtuig te bergen.
„De mensen hebben heel hard gewerkt. Ze hebben op een geweldige manier zichzelf tot doel gesteld om de slachtoffers naar huis te brengen. Het is indrukwekkend”, aldus Van der Steur.
Mensen moeten zich volgens hem wel goed realiseren dat er nog zeker menselijke resten, bezittingen en wrakstukken zijn achtergebleven. Met de lokale autoriteiten zijn afspraken gemaakt wat er moet gebeuren als die alsnog worden gevonden.
De minister hoopt dat het lukt om de laatste twee slachtoffers van de ramp te identificeren voor 1 juli en in elk geval voor de herdenking op 17 juli. „Zodat alle nabestaanden weten wat van hun dierbare is gevonden.”