Buitenland

Politieke situatie Servië baart Brussel zorgen

Het kan verkeren. Nadat hij nog geen vier jaar geleden de laatste president van Joegoslavië werd door Slobodan Milosevic uit het politieke zadel te wippen, lijkt Vojislav Kostunica het nu op een akkoordje te gooien met diens SPS in een poging een nieuwe Servische regering te vormen. In Brussel slaat politici de angst om het hart.

18 February 2004 08:05Gewijzigd op 14 November 2020 00:58

Al zeven weken lang duurt in Belgrado het politiek geharrewar over de vorming van een nieuw kabinet. Coalities met gedoogsteun, nieuwe verkiezingen, meerderheidskabinetten - alle (on)mogelijkheden zijn al onder de loep gehouden. De situatie is het gevolg van de patstelling waarvoor de Servische kiezers hun politici in december plaatsten. Doordat de ultranationalistische SRS van Vojislav Seselj en de SPS van Slobodan Milosevic samen 104 van de 250 parlementszetels behaalden (beide heerschappen zitten vast in Den Haag, waar ze zich wegens oorlogsmisdaden moeten verantwoorden voor het Joegoslavië-tribunaal), waren de overige -democratische- partijen tot samenwerking veroordeeld.

Vojislav Kostunica, wiens Democratische Partij van Servië (DSS) met 53 zetels als tweede partij uit de bus kwam, wilde echter geen coalitie smeden met de Democratische Partij (DS) van de vorig jaar vermoorde premier Zoran Djindjic. De partij was door de kiezer immers gestraft voor het beleid van de afgelopen jaren en had dus niets te zoeken in een nieuwe regering. Nadat Kostunica alsnog over zijn bezwaren was heengestapt, leek twee weken geleden heel even een meerderheidsregering in de lucht te hangen. Die kwam echter niet verder dan de tekentafel.

Om een einde te maken aan de impasse, besloot Kostunica de socialisten van zijn vroegere vijand om gedoogsteun te vragen. Afgelopen maandag lieten zij weten daar wel wat in te zien. Echter op één voorwaarde: er moet een onvoorwaardelijk einde komen aan de uitlevering van Serviërs aan het Joegoslavië-tribunaal.

Met dit standpunt zal Kostunica waarschijnlijk niet veel moeite hebben. „Wij wensen meer gerechtigheid en niet meer de selectieve berechting door het tribunaal. Die samenwerking moet de stabiliteit van de instellingen in Servië niet in gevaar brengen. De oorlogsmisdadigers moeten worden berecht door rechtbanken in Servië”, liet de voorman van de DSS al tijdens de verkiezingscampagne weten.

Grote vraag tot afgelopen zondag was overigens of de twee andere democratische partijen wel met steun van de SPS wilden regeren. Zo had de monarchist Vuk Draskovic van het samenwerkingsverband Servische Vernieuwings Beweging/Nieuw Servië zijn bedenkingen, omdat Milosevic is aangeklaagd voor het beramen van twee moordaanslagen op zijn leven. Afgelopen zondag liet hij zich echter door zijn partij overhalen om toch mee te doen. En ook G17 Plus, een groep liberale economen die sterk op het Westen gericht is, besloot zich niet afzijdig te houden. Samen bezetten de drie partijen 109 zetels in het parlement. Met de 22 zetels van de SPS zouden zij dus verzekerd zijn van een meerderheid.

De Europese Unie maakt zich ernstige zorgen over de jongste ontwikkelingen in Belgrado. Brussel riep maandag de Servische politieke partijen op niet samen te werken met de SPS. „Ik denk niet dat het erg veel zal bijdragen aan de politieke en economische relatie met de internationale gemeenschap. Er zullen veel moeilijkheden uit voortkomen”, zei de coördinator van het EU-buitenlandbeleid, Javier Solana.

Die zorg wordt gedeeld door Dick Leurdijk van het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael in Den Haag. „Het is toch wel heel bizar dat we in het licht van de gebeurtenissen op de Balkan nu een verkapte terugkeer van Milosevic zien.”

Of de SPS nog steeds dezelfde partij is als ten tijde van de Joegoslavische ex-president durft Leurdijk niet met zekerheid te zeggen, maar hij heeft „nog geen enkele aanwijzing” dat de SPS afstand heeft genomen van haar voormalige leider. De pogingen van Milosevic en de SPS om ook in de Haagse gevangenis nog contact met elkaar te zoeken, spreken volgens hem wat dat betreft boekdelen.

Dat de SPS geen deel gaat uitmaken van de regering, maar slechts gedoogsteun verleent, stelt Leurdijk evenmin gerust. „De positie van de nieuwe regering is kwetsbaar. De SPS manoeuvreert zich als een soort scharnier in de binnenlandse verhoudingen. Het is een ’mooie’ methode om de positie van de partij te verstevigen.”

Leurdijk is erg somber over de richting die het Balkanland opgaat. „Negen jaar na het vredesakkoord van Dayton, dat een einde maakte aan de oorlog in buurland Bosnië, is de mentale aanpassing van de Servische politiek aan de nieuwe werkelijkheid verre van afgerond. Om niet te zeggen dat die zo weer in het tegendeel kan omslaan. De nationalistische onderstroom is nog lang niet verdwenen. In Duitsland is na de Tweede Wereldoorlog een groot denazificatieproces in gang gezet, maar van een dergelijk proces in Servië is geen enkele sprake.” Zo vindt de Clingendael-deskundige het „ongehoord” dat Belgrado nog altijd dwars ligt als het gaat om samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal.

Als de nieuwe regering van Kostunica er daadwerkelijk komt -niets lijkt nog zeker in politiek Belgrado- en zou stoppen met de uitlevering van oorlogsmisdadigers aan Den Haag, kan dat Servië naast politieke steun ook heel wat geld kosten. Eind maart beslist het Amerikaanse Congres of de VS hun financiële steun aan Servië handhaven. Alleen als de Congresleden tevreden zijn over de democratische hervormingen en over de mate waarin Belgrado meewerkt met het tribunaal in Den Haag, kan het land rekenen op verdere steun. De kans dat het oordeel positief uitvalt, is niet erg groot. Zo dreigt Servië steeds verder weg te zakken in een moeras van politieke, economische en sociale ellende.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer