Ook voor zendelingen Nepal staat leven op z’n kop
KATHMANDU. Ook voor het zendelingenechtpaar Ad en Josien Los in Nepal staat het leven al dagen op zijn kop vanwege de aardbeving. „We mogen weten dat we in Gods hand zijn en dat Hij ons beschermt.”
„Vreselijk was het”, blikt Josien Los (61) terug op de aardbeving van zaterdag. Ze zat in de hoofdstad Kathmandu in de kerk en vluchtte naar buiten. „Ineens voelde het alsof je op zee was. Mensen gilden en waren angstig”, vertelt ze donderdag via Skype.
Ad en Josien doen al 19 jaar ontwikkelings- en zendingswerk in Nepal. Het echtpaar werkt in Kathmandu bij het Early Childhood Education Centre (ECEC). In dat christelijke centrum (50 medewerkers) krijgen kleuterjuffen onderwijstrainingen. „We proberen daar het Evangelie handen en voeten te geven”, zegt Los, die samen met haar man is uitgezonden door de PKN-gemeente in Gouda (wijkgemeente De Oostpoort).
Door de aardbeving liggen de activiteiten in het ECEC-hoofdgebouw en ook in de dependance elders in de stad stil. „Zeker de eerste drie dagen waren alle medewerkers bezig om lijf en leden te redden en aan water te komen. Zelf sliepen we dagenlang buiten. Ook in ons huis hadden we dagenlang nauwelijks water. We spoelden bijvoorbeeld maar eens per dag de wc door.”
Het vijf verdiepingen tellende ECEC-hoofdgebouw bleef overeind. Toch is er wel voor duizenden euro’s schade, onder meer aan het watersysteem op het dak, dat bestaat uit een viertal watertanks. „Ook zijn binnen allerlei kasten omgevallen.”
Zeiltjes
Op de motor bezochten Ad en Josien Los donderdag twee ECEC-collega’s die hun beschadigde huizen niet binnen kunnen. „De ene collega is naast trainer bij ECEC ook dominee. Hij woont in Kathmandu in een redelijk moderne flatwoning, maar die heeft geen goede constructie. In de flat is ook zijn kerk. Hij zal zijn woning en kerk maandenlang niet in kunnen. Nu woont de man met zijn gezin onder een paar zeiltjes. Een modderige en miserabele plek. Het zal maanden duren voordat de dominee een vergoeding van de overheid krijgt, als hij die al ontvangt. De andere collega woonde met zijn vrouw en klein kindje in een huisje ten zuiden van Kathmandu. Dat woninkje is half in elkaar gezakt.”
Rommel
Komende maandag wil Josien Los, voor enkele maanden waarnemend directeur van trainingscentrum ECEC, het personeel bij elkaar roepen op de hoofdlocatie. „Dan wil ik de collega’s ruimte geven hun verhaal te doen. Ook doen we dan, zoals iedere dag, een ochtendwijding. Dan zal benadrukt worden dat God ons heeft beschermd en dat we in Zijn hand zijn. Geen van de collega’s is omgekomen. Maandag hopen we de rommel op te ruimen en weer een begin te maken met ons werk. We hebben een noodcomité gevormd voor collega’s die nu dringend geld nodig hebben. We hopen op giften vanuit Nederland.”
Intussen zit de schrik er nog altijd in. „Ik heb een fles water naast me staan. Als dat gaat rimpelen, duidt dat op een naschok. Ik zit klaar om naar buiten te rennen.”