De NS heeft voor de komende tien jaar een alleenrecht op dit hoofdrailnet. Samen met spoorbeheerder ProRail „hebben wij de handen er aan vol om deze verantwoordelijkheid goed in te vullen”, zei Huges. De rijksoverheid bepaalt steeds in zogeheten vervoersconcessies welk bedrijf waar actief mag zijn.

Volgens concurrenten van de NS die meedingen naar zo’n vergunning op regionale lijnen, zoals Arriva en Connexxion, moet er een speelveld komen waar iedereen gelijke kansen heeft. Nu hebben de kleinere bedrijven vaak geen mogelijkheid te winnen van de NS of haar dochters, aldus Arriva-directeur Anne Hettinga.

Topman Bart Schmeink van Connexxion stelde dat de ov-markt nu „zeer imperfect” is en dat de NS daar samen met dochteronderneming Qbuzz (busbedrijf) een „hele scheve positie” in inneemt. Wat hem betreft, moet de NS worden uitgesloten van deelname aan de regionale concessiemarkt. Ook is er volgens Schmeink een duidelijke toezichthouder nodig.

Ook Huges constateerde dat de ov-markt bij lange na niet optimaal werkt. „We zijn elkaars partner, maar ook elkaars concurrent.” Volgens de NS-topman leidt dat tot verwarring en te veel rechtszaken nadat trajecten zijn gegund aan een partij. Hij vindt dat er vooraf afspraken moeten worden gemaakt over het speelveld om te voorkomen dat er achteraf „gedonder” komt waar reizigers niets aan hebben.

Huges ging kort in op de situatie bij Qbuzz, dat gerommeld heeft met een aanbestedingsprocedure van het openbaar vervoer in Limburg. Daarbij zijn ernstige onregelmatigheden aan het licht gekomen. „Dit gaat tegen alles in waar NS voor staat”, zei Huges. Daarom heeft NS ingegrepen bij Qbuzz en wordt bekeken waarom het mis heeft kunnen gaan en welke maatregelen moeten worden genomen om zoiets in het vervolg te voorkomen. Op dit moment past ons bescheidenheid, aldus de topman.