Amsterdam heeft iets speciaals met Noord–Brabant
De gemeente Amsterdam heeft een bijzondere band met de provincie Noord–Brabant. Althans, dat blijkt uit de beantwoording van vragen van D66–raadslid S. Bruines. Zij vroeg zich af waarom wethouder Maij van Amsterdam begin dit jaar als afgevaardigde van de gemeente uitgerekend naar de nieuwjaarsreceptie van de provincie Noord–Brabant moest.
Dat moeder Maij–Weggen commissaris van de koningin in die provincie is, is waarschijnlijk ’toeval’. Over de familierelatie wordt in de beantwoording van de vragen met geen woord gerept. De werkzaamheden van een bestuurder brengen nu eenmaal met zich dat een netwerk in stand moet worden gehouden, schrijft het college.
Daarnaast blijken ambtenaren van de gemeente goed in de geschiedenisboeken te zijn gedoken. „De relatie tussen Amsterdam en Noord–Brabant blijkt uit de dagvaart van edelen en steden, waarin Amsterdam, in 1346 te Geertruidenberg, was vertegenwoordigd", antwoordt het college.
Ook na de Tachtigjarige Oorlog zou de intieme band blijken. Noord–Brabant werd samen met Limburg een generaliteitsland, dat werd bestuurd en beschermd door de Staten–Generaal. Het college: „Daarvan was Holland het belangrijkste, met daarin Amsterdam als rijkste en belangrijkste stad."
De ambtenaren weten ook recente voorbeelden te noemen van de innige relatie tussen de hoofdstad en de provincie. Zo logeerden de bomen aan de Amsterdamse Overtoom ten tijde van de herinrichting van de straat in Noord–Brabant en organiseert de hoofdstad samen met Eindhoven en drie andere grote steden het wereldkampioenschap honkbal.
Tot slot heeft vragensteller Bruines zelf nog eens de hechte band aangestipt, heeft de gemeente uitgezocht. Het raadslid heeft in 2002 een notitie geschreven over Amsterdamse jeugd en armoede. Daarin vraagt zij een aansprekend proefproject uit te werken, dat vergelijkbaar is met een project in Breda en Oosterhout. Inderdaad, dat ligt in Noord–Brabant.
„Het is hartstikke flauw", zegt Bruines in reactie op de antwoorden. Ze vindt dat de gemeente precies moet aangeven, of je namens de gemeente of als privé–persoon naar een nieuwjaarsbijeenkomst gaat. „Daar is een gedragscode voor." Maar, zegt ze, de vragen zelf waren misschien „ook wel een beetje flauw."