Vragenlijst traceert alle lichamelijke mishandeling bij kind
UTRECHT. Alle lichamelijk mishandelde kinderen opsporen? Het kan met een vragenlijst op de spoedeisende hulp (SEH) in het ziekenhuis. Maar lang niet alle kinderen die met de lijst opgespoord worden, zijn daadwerkelijk mishandeld.
Screening op mishandeling bij jonge kinderen die met lichamelijk letsel op de SEH komen, is sinds 2009 verplicht. Judith Sittig, kinderarts in opleiding in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht, heeft nu vastgesteld dat met het zogeheten Sputovamoformulier geen enkel mishandeld kind over het hoofd wordt gezien. Ze promoveerde donderdag op deze studie.
Een SEH-arts of -verpleegkundige loopt met het Sputovamoformulier een aantal vragen door om vast te stellen of het letsel van het kind veroorzaakt kan worden door kindermishandeling.
Sittig benadrukt dat het gaat om een verdenking. „De lijst brengt een vermoeden aan het licht. Omdat we geen kinderen willen missen, zijn de criteria eigenlijk te streng: er is te vaak een eerste verdenking. Dat hebben we liever dan dat er gevallen over het hoofd worden gezien.”
Geeft de checklist een verdenking, dan zal een kinderarts vervolgonderzoek doen, legt Sittig uit. Daarbij kan hij de expertise inroepen van bijvoorbeeld een vertrouwensarts.
De promovenda analyseerde de gegevens van 4290 kinderen tot en met zes jaar die de SEH bezochten van vier ziekenhuizen in de regio Utrecht met letsels als botbreuken en kneuzingen. Bij 100 kinderen wees het Sputovamoformulier op mogelijke mishandeling. Bij 3 kinderen was er daadwerkelijk sprake van fysieke mishandeling.