Het gebruiken van beelden door particulieren en bedrijven is ook een wens van de meerderheid in de Tweede Kamer. Het voorziet tevens in een maatschappelijke behoefte, zegt het ministerie. „Uit onderzoek blijkt dat 71 procent van de Nederlanders voorstander is van het uit de anonimiteit halen van criminelen met behulp van digitale middelen. Ook vanuit het bedrijfsleven is verzocht om verruiming van de mogelijkheden voor gebruik van camerabeelden.”

Beelden van zware criminaliteit als moord, doodslag en mishandeling blijven een zaak voor politie en justitie alleen. Het brengt te veel risico’s met zich mee om die te publiceren.

Het gebruik van de camerabeelden in de andere gevallen moet ook wel aan strenge regels voldoen. Van der Steur moet er niet aan denken dat de ‘verkeerde verdachte’ wordt getoond en dat omstanders en slachtoffers herkenbaar zijn. Straks moet eerst aangifte zijn gedaan van het betreffende delict. Ook moeten de camerabeelden ter beschikking zijn gesteld aan de politie. Het misdrijf zelf moet met de vermoedelijke dader duidelijk te zien zijn.

Het is niet toegestaan om beelden op internet te zetten van bijvoorbeeld kennissen of klasgenoten die zich schuldig hebben gemaakt, omdat hun identiteit reeds bekend is. Het publiceren is namelijk puur bedoeld voor die identificatie en geen middel om mensen aan de schandpaal te nagelen, benadrukt het departement.

Het is verder alleen maar handig om de middelen van nu toe te passen bij die identificatie. Bedrijfsleven en particulieren hanteren bewakingscamera’s en smartphones en hun opnamen kunnen belangrijke bronnen van informatie zijn. „We vragen al langer hulp van burgers bij de opsporing; dan moeten we ze ook de mogelijkheden bieden die bij deze tijd passen”, aldus Van der Steur.