Kerk & religie

Voorganger: Reden genoeg om in Syrië te blijven

PUTTEN. Vele landen riepen inmiddels hun ambassadeur terug uit Syrië. Maar als alle christenen, als de „ambassadeurs van de hemel”, ook uit Syrië zouden verdwijnen, zou het land zonder hoop zijn.

Van een medewerker
23 April 2015 11:28Gewijzigd op 15 November 2020 18:25
De Syrische voorganger Edward Awabdeh en zijn vrouw Ranaa. Beeld Gerrit van Dijk
De Syrische voorganger Edward Awabdeh en zijn vrouw Ranaa. Beeld Gerrit van Dijk

„Als moslimfundamentalisten overal vandaan naar deze regio komen om voor hun idealen te sterven, zouden dan de christenen, als getuigen van de levende God, niet om des te meer redenen in Syrië moeten blijven?” Die vraag wierp de Syrische voorganger Edward Awabdeh woensdag in Putten op, tijdens een studiedag van de organisatie Open Doors voor predikanten en voorgangers. Deze had plaats in verband met de Zondag voor de Vervolgde Kerk, dit jaar op 31 mei.

In plaats van een landelijke studiedag organiseert Open Doors voor het eerst bijeenkomsten op drie regionale locaties. Thema is ”Wees wakker”. Dat is volgens Open Doorsdirecteur Ruud Kraan positief gekozen. Omdat de vervolgde kerk bij het Lichaam van Christus hoort, is het opkomen voor vervolgde christenen niet het primaat van Open Doors, maar een taak voor de hele christen­heid wereldwijd.

Pastor Edward Awabdeh en zijn vrouw Ranaa uit Damascus vertelden over hun door burgeroorlog geteisterde land. In zijn toespraak nam Awabdeh het Bijbelboek Nehemia als leidraad. Hij trok parallellen tussen de Syrische christenen en Nehemia. „Onder druk ga je de Schrift praktisch en bevindelijk verstaan. Als alle zekerheden wegvallen, blijken alleen de beloften van God nog houvast te bieden.”

Awabdeh wees op de overeenkomsten met Nehemia. Aan zijn comfortabele leven kwam een eind toen hij besefte in welke ellendige omstandigheden zijn volk verkeerde. Zo leefden christenen in het Syrië van voor de burgeroorlog ongestoord en in vrede. Nu is er volgens Awabdeh niet alleen een strijd met wapens, maar ook een geestelijke strijd. „Van Nehemia valt te leren dat de strijd met geestelijke wapens moet worden gevoerd. De menselijke neiging is haat met haat te beantwoorden en met een beschuldigende vinger naar anderen te wijzen. Nehemia verootmoedigde zich en knielde om de problemen bij de Heere te leggen. Hoogmoed en egocentrisch gedrag maken de zaak erger, terwijl de afhankelijkheid van de Heere juist de nodige kracht geeft.”

Net als Nehemia en zijn medestrijders ondervinden Syrische christenen dat zij in een kwaad daglicht worden gesteld. „Wij willen het goede zoeken. Wij zijn geen onderdeel van deze wereld en daarom strijden wij ook niet met wereldse wapens. Te midden van de ellendigste omstandig­heden vertrouwen we dat de God des hemels ons zal helpen.”

Pastor Awabdeh gaf voorbeelden van gemeenteleden die ook bij het verlies van geliefden getuigden van de liefde van God. Hij en zijn vrouw weten eveneens van moedeloosheid en wanhopigheid, maar herkennen zich in Paulus’ woorden „vervolgd maar niet verlaten, mismoedig maar niet twijfelmoedig” (2 Korinthe 4).

Awabdeh eindigde met te wijzen op Nehemia 6:16, waar een merkwaardige ommekeer plaatsvindt. De bedreigende vijanden zijn dan bang geworden en hebben ingezien wie de sterkste is. „Ik weet niet of alle Syriërs tot bekering zullen komen, maar ik weet wel zeker dat alle Syriërs eenmaal inzien dat Jezus Christus de Sterkste is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer