Meer jeugd om ‘zwaardere delicten’ naar Halt
UTRECHT (ANP). Het aantal jongeren dat voor een straf wordt doorverwezen naar het bureau Halt, is de afgelopen jaren stabiel. Wel is er een toename van het aandeel ‘zwaardere delicten’, zoals eenvoudige mishandeling of belediging van een ambtenaar in functie.
Uit cijfers van Halt blijkt dat vorig jaar bijna 17.000 jongeren een Halt-straf uitvoerden voor delicten als schoolverzuim, winkeldiefstal en vernieling. Van het totale aantal was 19 procent betrokken bij een ‘zwaarder’ vergrijp. Twee jaar eerder was dat nog 9 procent.
Deze toename komt door een andere werkwijze binnen het jeugdstrafrecht met als doel zo snel en simpel mogelijk te straffen, aldus Halt, dat de wettelijke taak heeft om grensoverschrijdend gedrag van jongeren te bestraffen. Door de andere manier van werken kan de officier van justitie toestemming geven om jongeren voor bepaalde zaken naar Halt te sturen die eerder als taakstraf door het OM werden afgedaan.
„De Halt-straf is een korte en snelle aanpak waarbij Halt de jongere confronteert met zijn gedrag en de gevolgen daarvan. De jongere biedt excuus aan, vergoedt de schade en maakt specifieke leeropdrachten. Ouders zijn hierbij actief betrokken. Dit alles maakt dat ook de wat zwaardere delicten bij Halt op hun plek zijn”, verklaart Arina Kruithof, directeur van Halt dinsdag bij de publicatie van de jaarcijfers.
Haar organisatie gaf afgelopen jaar ook op duizenden scholen voorlichtingslessen over onder meer jeugdcriminaliteit, groepsdruk en digitaal pesten.