Buitenland

Overlevenden van ebola worden gemeden als de pest

MONROVIA. In Liberia hebben voormalige ebolapatiënten moeite met hun re-integratie in de samenleving. Ze worden door landgenoten gestigmatiseerd en hebben ook nog eens last van ernstige trauma’s.

Ingrid Gercama
17 April 2015 06:26Gewijzigd op 15 November 2020 18:15

Met de ziekte zelf lijkt het de goede kant op te gaan: het risico dat ebola zich vanuit West-Afrika verder verspreidt, lijkt minder te worden, meldde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vorige week.

Maar wat gebeurt er met patiënten die de ziekte overleefden? De meesten van hen verloren hun naaste familieleden – in Liberia overleden 4408 mensen aan de zeer besmettelijke ziekte. En hoewel Liberia officieel ebolavrij is verklaard, is de strijd rond de ziekte daar zeker nog niet gestreden. Zo is er in Liberia geen goede hulp beschikbaar om het nationale trauma dat ebola heet te behandelen en mede daarom voorspellen psychologen rampspoed.

Henry Tony jr. is voormalig ebolapatiënt. Door de goede zorg van Artsen zonder Grenzen in het ebolabehandelcentrum kwam hij de ziekte te boven en daarmee behoort hij tot de 50 procent van de getroffenen die niet aan de ziekte is bezweken. Henry leeft nog, maar zijn vrouw, zoon en oma niet.

Nooit meer dezelfde

Henry is voorzitter van het Ebola Survivor Network (netwerk van overlevenden), opgezet door overlevenden zelf, Artsen zonder Grenzen en het ministerie van Gezondheid.

„Niemand die van ebola is genezen, blijft dezelfde – je bent niet meer wie je eerder was”, stelt Henry. Zo hebben veel ebola-overlevenden last van het ”postebola­syndroom”. Ze zijn impotent geworden, lijden aan spierpijn, aan oververmoeidheid of kunnen slecht zien. Andere symptomen zitten vooral tussen de oren.

Onzichtbare wond

Daarom moet de overheid geestelijke gezondheidszorg beschikbaar stellen, vindt Henry, voor overlevenden én andere getroffen bevolkingsgroepen, zoals wezen en hulpverleners. „Je moet het zo zien: een trauma is als een onzichtbare wond. Er is dan wel geen bloed te zien, maar onderhuids is alles in verval”, zegt dr. Janice Cooper, specialist op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en in dienst van de Amerikaanse organisatie The Carter Center. Cooper werd tijdens de ebola-uitbraak ingezet door het Carter Center om het Nigeriaanse ministerie van Gezondheid te ondersteunen.

Juist nu is geestelijke gezondheidszorg zo belangrijk. Volgens Cooper heeft de ebola-uitbraak een tweede nationaal trauma veroorzaakt. De eerste keer dat dit gebeurde was dat door de bloedige burgeroorlog die Liberia tot 2003 teisterde. Cooper ziet veel gelijkenissen tussen die oorlog en de ebola-uitbraak. „Net als een oorlogsslachtoffer sterft een ebolapatiënt op een gruwelijke wijze, en: het lichaam wordt na de dood direct weggehaald bij de familie. Die heeft niet eens de mogelijkheid om afscheid te nemen. Dat heeft gevolgen voor je geestelijk functioneren”, weet Cooper.

Voormalige ebolapatiënten, hulpverleners en Liberianen die geliefden verloren, hebben niet de kans gekregen om over hun leed te praten omdat ze door landgenoten worden gestigmatiseerd.

Veel ex-ebolapatiënten werden tijdens de uitbraak ook nog eens ingezet als hulpverlener in behandelingscentra. „Dat was een geweldig idee”, stelt Cooper cynisch. „Laten we de overlevenden maar in de ”hot zone” zetten – ze zijn immers tóch immuun voor de ziekte. Niemand die erover nadacht wat dat voor overlevenden moest betekenen om weer terug te moeten gaan naar die verschrikkelijke wereld van lijden en dood.”

Potje voetbal

Henry zit intussen boordevol ideeën over hoe de re-integratie van ex-patiënten het best aangepakt kan worden. Zo kan sport ervoor zorgen dat er meer begrip komt voor deze groep. „We dagen dan vertegenwoordigers van de verschillende districten in Monrovia uit om een potje voetbal te komen spelen tegen een team overlevenden.”

Ook moet er een herdenkingsmonument voor de ebolaslacht­offers komen, vindt hij.

Het zal nog een hele klus worden om de getroffen Liberiaanse bevolking geestelijke gezondheidszorg te bieden. „Er is daar onvoldoende personeel voor”, zegt Cooper. En de geestelijkegezondheidswerkers die er wel zijn hebben onvoldoende training gekregen om mensen echt te kunnen helpen.

Ook de financiering ervan is niet gemakkelijk. „Noodhulp 
in natura krijgt helaas nogal 
eens voorrang boven psychische hulp”, zegt Cooper. Hulpverle-
ners beperken zich doorgaans 
tot bloed en ingewanden. Dáár ligt de nood van Afrika, zeggen ze.”


Hulpproject van 3 miljoen dollar

De Liberiaanse overheid, de WereldBank en Japan hebben deze maand een project ter waarde van 3 miljoen dollar gepresenteerd dat de psychosociale gevolgen van de ebola-uitbraak moet aanpakken. Het project zal door het Carter Center worden uitgevoerd, onder leiding van dr. Janice Cooper. Het initiatief zal 18.000 Liberianen in de provincies Montserrado en Margibi helpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer