Uit de opnamen van Jan Willem van Willigen kozen beide organisten 130 minuten orgelmuziek voor een dubbel-cd: een afspiegeling van hun concerten uit de periode 1998-2013. Op voortreffelijke wijze presenteren ze de veelkleurigheid en klankschoonheid van het Schnitgerorgel. Van Doeselaar voegt daar nog het koororgel van Le Picard aan toe.

De spirit waarmee Wiersinga Bachs stralende Praeludium en Fuga in C-Dur (BWV 545) speelt, is verbluffend. Onnavolgbaar mooi klinkt het avondmaalslied ”Schmücke dich, o liebe Seele”. ”Valet will ich dir geben” (BWV 736) gaat mij te veel rapido. Wiersinga sluit zijn concert af met de koraalfantasie ”Herr Gott, dich loben wir” van Tunder en de adembenemende grote Praeludium in e-Moll van Bruhns.

Van Doeselaar presenteert een aantal oudvaders op het koororgel, waarna hij de overstap maakt naar het grote orgel, met onder meer een Fantasie van Scheidemann, het Praeludium in d van Buxtehude en enkele orgelkoralen van Bach. Wie bedenkt het om ”Erbarm’ dich mein” op 16 voetsbasis met de 32 voet in het pedaal te spelen! Het klinkt ontroerend mooi. De Dorische Toccata (BWV 538) is een spetterend slot van dit tweeluik.

Voor de ”Gioco” die de Nederlandse componist Peter-Jan Wagemans in 1998 schreef voor de heringebruikname van het Van Hagerbeerorgel in de Leidse Pieterskerk moet je wel even een andere luisterantenne opzetten. Van Doeselaar is er hoorbaar mee in zijn schik.

Erwin Wiersinga & Leo van Doeselaar – 1998-2013 – Martinikerk Groningen; Stichting Martinikerk Groningen (SMG 001); € 15,-; bestellen: info@martinikerk.nl