Van Rompuy: Zonder groei is Europa in gevaar
BRUSSEL. Toen Herman Van Rompuy in 2009 begon als voorzitter van de Europese Raad, had hij geen idee dat hij voor een „kolossale uitdaging” stond. Vorig jaar droeg hij het stokje over aan de Poolse oud-premier Donald Tusk.
Van Rompuy had al ervaring als premier van België, en dat bleek een goede basis. „In wezen is mijn werkwijze niet anders geweest dan die van de bestuurder van een land, een provincie of zelfs een bedrijf. Ook ik moest luisteren, vertrouwen winnen en creatief oplossingen voorstellen.”
Toch was er wel verschil. De inzet was hoger. En er stond meer op het spel. De Europese Raad (de verzameling van de 28 regeringsleiders) neemt alleen besluiten na volledige instemming. Elk (klein) land kan een besluit blokkeren. Van Rompuy: „Je moet er als voorzitter voor zorgen dat alle lidstaten elkaar kunnen vinden.”
Argeloos
Herman Achille Van Rompuy (1947) was de eerste vaste voorzitter van de zogeheten Europese Commissie van Staatshoofden en Regeringen. Voor zijn aantreden werd die rol vervuld door de premier of president van het voorzittende land. Van lieverlee bleek dat echter te belastend voor de regeringsleiders, die normaal ook al een gevulde agenda hebben.
De Belg begon een „beetje argeloos”, zegt hij. Er was geen andere kandidaat die algemene steun genoot. De naam van toenmalig premier Balkenende werd veel genoemd, maar hij werd het toch niet. Op het moment van Van Rompuys benoeming was nog niet duidelijk dat de eurozone door een diep dal zou gaan. „De financiële problemen in Griekenland bleken veel groter dan gedacht. En door de Griekse crisis zijn andere problemen, waaronder in Spanje, Portugal, Ierland en Cyprus, boven tafel gekomen."
Van Rompuy herinnert zich twee momenten waarop hij vreesde voor een slechte afloop van de eurozone. „In het najaar van 2011 stond Europa onder grote druk. In Griekenland brak een politieke crisis uit en ook in Italië, de derde economie van Europa, stond de zaak op scherp. Dat leidde tot het aftreden van de Griekse premier en later dat van de Italiaanse premier Berlusconi.
Die periode was moeilijk. Niet alleen intern, maar ook extern werd de EU zwaar bekritiseerd door de rest van de wereld. Er stond veel op het spel. Want als de eurozone het zou begeven, zou ook de wereldeconomie in gevaar zijn. Dat móest worden voorkomen.”
Zweet
De tweede moeilijke periode was de zomer van 2012. „In Griekenland waren er voor de tweede keer in korte tijd verkiezingen. Zouden de extremere partijen winnen, dan zouden ze het besparingsprogramma in gevaar brengen. Dat zou de positie van Griekenland in de eurozone onmogelijk maken, met als gevolg dat de eurozone zelf in gevaar zou komen.
Daarnaast stonden in die periode de financiële markten onder druk. Ondanks allerlei inspanningen keerde het vertrouwen maar niet terug. Pas toen Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, in september 2012 liet weten alles in het werk te stellen om de eurozone te redden, keerde de rust terug op de financiële markten. Maar tot dat moment hadden we met het zweet in onze handen gezeten.”
Sinds najaar van 2013 is de eurozone weer stabiel. Dat is een gezamenlijke prestatie, meent de oud-president. „Van alle instellingen: de Europese Commissie, de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank. En daarbij gevoegd enorme inspanningen die geleverd zijn door alle lidstaten. Ik zag het als mijn taak de club van 28 lidstaten bij elkaar te brengen en ze in de richting van een oplossing te duwen. Dat deed ik door vertrouwen te wekken, zonder het gevoel te geven iemand te bedriegen.”
Winkel
Van Rompuy heeft weinig adviezen voor zijn opvolger, de Poolse Donald Tusk. „Ik ben niet iemand die na zijn vertrek ineens allemaal nieuwe dingen ontdekt over Europa en lessen geeft. Tijdens mijn voorzitterschap hebben we altijd getracht het goede te doen. Dat goede betekent soms niet meer dan „erger voorkomen.”
Ik vertrouw erop dat mijn opvolger doet wat er moet gebeuren, op verantwoordelijke wijze. Binnen Europa is er nog veel werk aan de winkel. We hebben te maken met een hoge werkloosheid, een zwakke concurrentiekracht, een moeilijk economisch herstel en met vertrouwen van consumenten dat maar langzaam op gang komt. Tal van initiatieven zijn ontstaan om de groei te bevorderen. Groei en jobs zijn nodig. Er moeten resultaten komen, daar ligt de uitdaging. Als dat niet lukt, is de politieke stabiliteit van Europa in gevaar. En al zijn we op de goede weg, het is een wedren tegen de klok.”