CGK krimpen met 542 leden
HOUTEN. De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) zijn in het afgelopen jaar met 542 leden gekrompen. Dat is opnieuw een recordaantal. Het kerkverband telt nu 73.150 leden.
Dat blijkt uit het jaarboek 2015 van de CGK, dat deze week verscheen. In 2013 verloor het kerkverband 524 leden, toen de grootste daling ooit. Dat ‘record’ is in 2014 weer verbroken. De CGK telden op 1 januari 28.017 doopleden en 45.133 belijdende leden: 333 doop- en 209 belijdende leden minder dan het jaar ervoor.
In werkelijkheid keerden 518 doopleden en 365 belijdende leden de kerk de rug toe. Zij staan in de categorieën ”naar geen kerk”, ”onttrokken” en ”uitgeschreven/afgevoerd”. Daartegenover staan 57 mensen die toetraden tot het christelijk geloof en binnen de CGK een plek vonden.
Uit andere kerken en groepen kwamen 570 doop- en 641 belijdende leden, verhoudingsgewijs het meest uit de Protestantse Kerk (PKN) en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Naar elders vertrokken 626 doop- en 722 belijdende leden, verhoudingsgewijs het meest naar de PKN.
De CGK tellen 181 gemeenten. Dat is er één meer dan het jaar ervoor: terwijl Vlissingen werd opgeheven, werden de gemeenten Amsterdam-Via Nova en Bunde-Meerssen geïnstitueerd. Van de CGK-gemeenten waren er op 1 januari 61 vacant.
De kerk had vorig jaar 147 dienstdoende predikanten –de drie hoogleraren aan de Theologische Universiteit Apeldoorn niet meegerekend–, van wie er 18 predikant in bijzondere dienst zijn. Daarnaast zijn er 75 emeritus predikanten (de vijf emeritus hoogleraren van de TUA niet meegerekend).
Urgentie
In zijn jaaroverzicht gaat ds. D. Quant (Houten) in op de statistieken. Hij spreekt van „verdriet” over de 883 die de kerk de rug toekeerden. „Dat iemand meent in onze kerken niet meer voldoende geestelijk voedsel te krijgen en het ergens anders zoekt – dat is natuurlijk jammer; maar dat verschijnsel valt volstrekt in de schaduw bij wat er gebeurt wanneer men de band met kerk en God doorsnijdt. Niemand kan dat met droge ogen aanzien.”
De predikant wijst op „de urgentie van dit geestelijke probleem.” Volgens hem wordt het misschien tijd „om een aantal binnenkerkelijke gesprekspunten een poosje ondergeschikt te maken aan de prangende vraag: hoe bereiken wij leden die een ziel hebben te verliezen voor de eeuwigheid en die van ons én van de Here dreigen te vervreemden?”
Daarbij kunnen de CGK zelf geestelijk niet buiten schot blijven, aldus ds. Quant. Hij wijst op de Rooms-Katholieke Kerk, waar in 2014 duidelijk werd waar kerkelijke zonden toe kunnen leiden. Niet dat hij bedoelt dat „die specifieke zonden daar zich ook onder ons genesteld hebben – wie weet overigens? Maar er kunnen andere zaken zijn waaraan leden zich terecht stoten en die leiden tot vervreemding”, schrijft hij. „Genoeg stof om biddend te werken.”
Lees ook in Digibron:
2015 : CGK verliezen leden, maar er zijn lichtpuntjes, (RD.nl, 23-01-2015)
2014: CGK: ledental neemt af met ruim 500, (RD, 11-04-2014)
2013 : CGK zien ledental licht toenemen, (RD, 03-04-2013)