Dijsselbloem overwoog Zalm weg te sturen
DEN HAAG. Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën heeft vorig jaar overwogen de raad van commissarissen (rvc) van ABN AMRO weg te sturen omdat die vasthield aan een salarisverhoging voor zes ABN-bestuurders. Hij zei dat donderdag in een Kamerdebat over de salarisverhoging en de uitgestelde beursgang van ABN.
Dijsselbloem ontsloeg de commissarissen niet omdat hij inzag dat de ABN-top zich hield aan een eerder besluit dat in 2012 was goedgekeurd door zowel de Kamer als toenmalige minister van Financiën Jan Kees de Jager.
Hij deed vorig voorjaar wel meermalen tevergeefs een klemmend beroep op de ABN-top om van de salarisverhoging af te zien. Het ‘onacceptabel’ sprak Dijsselbloem niet uit, omdat dat had betekend dat hij het vertrouwen in de rvc had moeten opzeggen, met hun ontslag als ultieme consequentie.
Hij erkende dat ABN beschadigd is geraakt door alle gedoe van de laatste weken. „Had het anders gekund? Ja, maar alleen als ik had doorgezet, er met gestrekt been in was gegaan en de raad van commissarissen had ontslagen.” Maar dat vond Dijsselbloem „te ver gaan en niet kunnen”, juist omdat ABN zich beriep op een in de Kamer aangenomen wet. „Helemaal onschuldig is de Kamer niet”, zei hij na afloop van het debat.
De PvdA-minister had de huidige commotie mogelijk kunnen voorkomen als hij in een debat vorig jaar oktober duidelijker had gezegd dat de ABN-bestuurders er een ton bij kregen. Dijsselbloem gaf toe dat hij daar tekort is geschoten. Dát hij het niet duidelijk genoeg gezegd had, realiseerde hij zich pas ná het Kamerdebat.
Dijsselbloem zei donderdag dat de ABN-top, zolang de Staat nog één aandeel ABN bezit, geen bonussen of salarisverhoging zal krijgen. Dijsselbloem kwam met zijn verdediging redelijk gemakkelijk door het Kamerdebat. De oppositie bleef weliswaar kritisch, maar pijn deed dat niet. De PvdA mocht blaffen met het protest tegen de salarissen, maar de VVD bijt door, nu de beursgang gewoon doorgaat, constateerde Carola Schouten van de ChristenUnie.
ABN moet en is nu volgens de minister hard aan het werk om het vertrouwen van maatschappij, politiek en eigen personeel terug te winnen. In principe is het nog steeds het streven de beursgang dit jaar te laten beginnen, met de verkoop van een eerste tranche van 10 tot 20 procent van de aandelen.