Expositie toont Holland „op zijn mooist”
DEN HAAG. Grazende koeien, molens en frisse wolkenpartijen. Schilders van de Haagse School wilden Nederland op zijn mooist vastleggen.
In het Gemeentemuseum Den Haag en Dordrecht Museum zijn sinds zaterdag de tentoonstellingen ”Holland op z’n mooist”, met ruim honderd werken uit de Haagse School, te bezichtigen.
Daarbij wordt de achtergrond belicht van de betekenis van en de veranderingen in het Nederlandse landschap.
Weissenbruch, Mesdag, Gabriël, Israëls, Roelofs, de gebroeders Maris en Mauve en andere schilders van de Haagse School trokken eropuit en wisten volgens de musea het Nederlandse landschap op pakkende wijze vast te leggen.
Hun taferelen bepalen tot op de dag van vandaag de Nederlandse identiteit. Ondanks de veranderingen van het landschap als gevolg van de industriële revolutie bepalen de schilderijen van deze stroming hoe er in binnen- en buitenland naar ons land wordt gekeken.
De opkomst van de Haagse School hangt samen met de toenemende waardering van de natuur in eigen land. Dat uitte zich begin twintigste eeuw in de oprichting van de Vereniging Natuurmonumenten, waarmee de musea rond deze tentoonstelling samenwerken.
De Haagse School borduurde voort op de romantiek. Volgens de musea is deze verbinding vaak onderbelicht. Toch lieten Israëls en Roelofs, „de oervaders van de Haagse School”, lieten zich in hun beginperiode sterk beïnvloeden door de romantiek, aldus de musea.
www.natuurmonumenten.nl/haagseschool