In totaal werd 135 miljard dollar (ruim 124 miljard euro) besteed aan hulp die aan de OESO-definities voor ontwikkelingssamenwerking voldoet. Net als in 2013 kwamen de uitgaven daarmee overeen met 0,3 procent van de omvang van de betreffende economieën.

De directe steun aan de armste landen nam vorig jaar echter met 16 procent af, tot 25 miljard dollar. De daling kwam vooral door het hoge bedrag aan schuldenverlichting dat Myanmar in 2013 ontving. Zonder schuldenverlichting mee te rekenen nam de directe steun aan de armste landen echter nog altijd met 8 procent af.

De Nederlandse uitgaven aan ontwikkelingshulp kwamen vorig jaar uit op 5,6 miljard dollar, wat overeenkomt met 0,6 procent van de omvang van de economie. Binnen de VN is afgesproken om minstens 0,7 procent van het nationale inkomen uit te geven aan ontwikkelingshulp. Daaraan voldeden vorig jaar alleen Denemarken, Luxemburg, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.