D66 wil Jordanië en Libanon als partnerland
DEN HAAG (ANP). Om Jordanië en Libanon structureel meer noodhulp te kunnen geven bij de opvang van Syrische vluchtelingen moeten deze landen tijdelijk tot partnerlanden worden bestempeld. Dat wil D66 woensdag voorstellen in een debat met minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingshulp) over noodhulp.
Met deze tijdelijke status komen beide landen voor meer financiële steun voor meer doelen in aanmerking. Op dit moment kent het kabinet vijftien partnerlanden waarop de ontwikkelingshulp wordt geconcentreerd. Het huidige partnerlandbeleid loopt dit jaar af.
Het overgrote deel van de Syrische vluchtelingen wordt opgevangen in de regio. Jordanië telt 6 miljoen inwoners en bijna 630.000 officiële Syrische vluchtelingen, terwijl in Libanon met 4 miljoen inwoners dat aantal op 1,2 miljoen ligt.
Volgens Sjoerd Sjoerdsma van D66 bezwijken beide landen bijna onder het grote aantal vluchtelingen. Door ze tijdelijk tot partnerland te verklaren komen ze „bijvoorbeeld in aanmerking voor steun aan het uit zijn voegen barstende onderwijssysteem in deze landen. Nederland kan op deze wijze structureel bijdragen aan duurzame opvang van vluchtelingen in de regio”.
Hij wil ook dat het belemmeren van humanitaire noodhulp strafbaar wordt gesteld net als in Duitsland. „We zagen in Syrië de schrijnende situatie dat humanitaire hulp wel beschikbaar was, maar simpelweg de grens niet over mocht van het regime. Assad blokkeerde deze hulp. Dit zou niet ongestraft mogen blijven”, aldus Sjoerdsma.