Oorspronkelijk zou het kabinet voor 1 april een definitief besluit nemen over de beursgang, maar Dijsselbloem stelde dat op 27 maart uit vanwege de onrust rond de salarisverhogingen bij ABN AMRO. Ook speelde een kwestie in Dubai een rol waar een aantal medewerkers interne regels had overtreden. Die werden uiteindelijk ontslagen.

Afgelopen zondag draaide ABN de omstreden salarisverhogingen terug en weer een paar dagen later trad de verantwoordelijk commissaris af. Afgelopen vrijdag zei zowel Dijsselbloem als premier Mark Rutte dat een beursgang voor het einde van dit jaar nog mogelijk is. Het principebesluit om ABN terug naar de beurs te brengen, nam het kabinet al in augustus 2013.

Dijsselbloem gaat in zijn brief ook in op andere kwesties die de afgelopen weken speelden rond ABN. Zo schrijft hij dat ABN laat weten dat het merendeel van de punten waarover De Nederlandsche Bank aan de bel trok (beheersing risico’s en voorkomen corruptie) zijn opgelost of op korte termijn worden afgerond.

Hij herhaalt dat hij ABN in gesprekken vorig jaar meermaals heeft gewaarschuwd dat de juridisch correcte salarisverhoging zou gaan leiden tot schade aan de reputatie van de bank. Van een belemmering van de beursgang is in die gesprekken geen sprake geweest.