Piekeren vreet aan het zelfvertrouwen
ZOETERMEER. Een derde van de Nederlanders gaat gebukt onder chronisch piekergedrag, zegt Marleen Derks. Dinsdag opende ze in Zoetermeer de eerste Nederlandse Piekerpoli. Vanavond presenteert de psychologe haar zelfhulpboek ”Nooit meer piekeren”, bedoeld om af te rekenen met de criticus in ons.
„Was ik niet te nadrukkelijk aanwezig?” „Heb ik iemand gekwetst?” Derks weet wat piekeren is. Jarenlang ging ze gebukt onder hardnekkig piekergedrag.
„Tijdens feestjes was ik spraakzaam en vrolijk, maar zodra ik thuiskwam, sloeg de onzekerheid toe. Dat gepieker vrat aan mijn zelfvertrouwen, zodat ik minder goed functioneerde. Ik ontwikkelde een eetstoornis. Veel eten of niet eten leidde de aandacht van het piekeren af.”
Derks omschrijft piekeren als het constant veroordelen van jezelf en als een vorm van zelfbeschadiging. „Piekeren is hetzelfde als onrealistisch zijn over jezelf en zaken opblazen.”
Een pittige omschrijving. Doelt u op het gewone piekeren of op de ernstige vorm?
„Bij zelfbeschadiging is er sprake van de ernstige vorm. Onder het gewone piekeren vallen zinloze gedachten. Wie nadenkt over alles wat er fout zou kunnen gaan en daarnaast de lat hoog legt voor zichzelf, wordt faalangstig. Slaat piekeren door, dan is iemand gevoeliger voor een verslaving of een burn-out en kan hij een depressie, een eetstoornis of angststoornis ontwikkelen. Piekeraars maken zich vaak zonder aanleiding zorgen over hun werk, de vakantie, hun kinderen en hun relatie.”
Wat betekent dit voor de omgeving?
„De angst slaat over op anderen. De partner en de kinderen gaan op hun tenen lopen, om geen aanleiding voor nieuwe angstgedachten te geven. Het maakt hen wanhopig om te zien dat iemand desondanks steeds verder wegzakt.”
Wat kenmerkt de doorsneepiekeraar?
„Het zijn vaak intelligente en introverte mensen. Ze weten goed te verbloemen waar ze mee kampen. Ik krijg in mijn praktijk stoere politiemensen over de vloer, die heel onzeker blijken te zijn.
Bestaat er een verschil tussen mannen en vrouwen?
„Bij vrouwen komt piekeren twee tot drie keer zo veel voor als bij mannen. Vrouwen piekeren over relaties, over hoe ze op anderen overkomen en vullen in hoe omstanders over hen denken. Mannen maken zich veelal zorgen over hun werk en over deadlines.
Mannen en vrouwen voelen zich minder dan anderen. Ze durven zich bijvoorbeeld niet op een project te storten, omdat ze denken dat ze dit niet aankunnen. Piekeraars staan zo hun eigen ontwikkeling in de weg.”
Hoe overwon u het piekeren?
„Door na te gaan hoe mijn gedachten in elkaar zitten en van een afstand naar mijn denken te kijken. Daarna kwamen de gevoelens aan de beurt. Het bleek lastig om te ontdekken hoe gevoelens werken en wat er gebeurt als ik blij, verdrietig of bang ben.
Toen dit eenmaal duidelijk was, kon ik gemakkelijker aangeven wanneer mensen bijvoorbeeld over mijn grenzen heen gingen. Die openheid voorkwam dat ik achteraf ging piekeren.
Ik was niet klaar toen ik mijn gedachten en gevoelens kon benoemen. Om te voorkomen dat ik in mijn oude gedrag terugviel, moest ik actie ondernemen en zaken oppakken die mij angst inboezemen.
De aanpak in mijn piekerpoli rust op deze drie pijlers: gedachten uitpluizen, gevoelens onderzoeken en vervolgens actie ondernemen. De bestaande aanpak in de geestelijke gezondheidszorg richt zich in mijn optiek te veel op gedachten alleen en laat de twee vervolgstappen achterwege.”
Wat kunnen piekeraars zelf doen om problemen te voorkomen?
„Richt je op dingen waar je goed in bent. De zaken waar je minder goed in bent, worden daardoor minder belangrijk. Probeer te voorkomen dat je verstrikt raakt in negatieve gedachten. Ga sporten, want dat verzet de gedachten en bezorgt je een positief gevoel.
Ik denk dat mijn zelfhulpboek, eventueel aangevuld met enkele gesprekken met een therapeut, mensen helpt om van het beschadigende piekeren af te komen.”
Blijft het bij één piekerpoli?
„Ik ga trainingen aan therapeuten geven, in de hoop dat er in het hele land piekerpoli’s worden opgezet.”