De partner van S., Hans H., kreeg destijds acht maanden opgelegd. De zaak tegen hem moet wel over. De Hoge Raad vindt dat het gerechtshof niet goed duidelijk heeft gemaakt in hoeverre hij opzettelijk betrokken was bij het geven van de staatsgeheimen.

De rechtbank in Haarlem sprak de twee in eerste instantie vrij omdat het bewijs tegen hen op een foute manier zou zijn verkregen. De AIVD had namelijk journaliste Jolande van der Graaf afgeluisterd terwijl dat niet mocht en was er zo achter gekomen wie het lek binnen de eigen dienst was.

De Hoge Raad heeft echter bepaald dat de oud-medewerkster zich niet kan beroepen op het recht op journalistieke bronbescherming.

De berichtgeving in De Telegraaf ging over de rol van de AIVD bij het voorlichten van het kabinet over de aanleiding tot de Irak-oorlog en over de beveiliging van de Tibetaanse geestelijk leider, de dalai lama, tijdens een bezoek aan Nederland. Omdat de AIVD dacht dat de informatie in de artikelen was gelekt vanuit de AIVD, werden de telefoons van de journalisten door de AIVD afgeluisterd.

Omdat het recht op bronbescherming zwaarder had moeten wegen dan het streven om het lek te achterhalen, werden de journalisten niet vervolgd. De AIVD’ster die de informatie had gelekt en haar partner wel.