Daarom zet de dienst honderd extra medewerkers in die zich hiermee bezighouden, bovenop de honderd die er vorig jaar al bij gekomen waren.

Dat maakte hoofddirecteur Rob van Lint van de IND maandag in Den Haag bekend. Op dit moment worden wekelijks ongeveer zevenhonderd nareisaanvragen gedaan. Het gaat met name om vrouwen en kinderen vooral uit Syrië, Somalië en Eritrea. Ze kunnen hun aanvraag indienen op de Nederlandse ambassades vanuit de landen, of vluchtgebieden, waar de asielzoekers vandaan komen.

Betrokkenen kunnen binnen drie maanden nadat vader of moeder hier een verblijfsvergunning heeft gekregen zo’n aanvraag indienen, maar de gegevens moeten eerst gecontroleerd worden. Gezien de situatie in Syrië of in de vluchtelingenkampen had de IND ook al veel nareisverzoeken verwacht.

Door de sterke stijging liggen er nu 12.000 zaken op behandeling te wachten. Van Lint verwacht dat in 2015 ongeveer 7000 gezinsleden zich daadwerkelijk bij hun familie in Nederland kunnen voegen.

Vorig jaar zijn ruim 30.000 asielaanvragen ingediend in Nederland, waarvan bijna 22.000 eerste aanvragen. De rest waren vervolgaanvragen en nareizigers. Dat is ruim een verdubbeling van het aantal in 2013. De piek heeft alles te maken met de oorlogssituatie in Syrië en een hoge instroom van mensen uit Eritrea in het voorjaar.

Het aantal verzoeken dat werd ingewilligd, steeg fors van 47 naar 67 procent.