Nadat Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veere in mei 2011 besloten het in 1477 gebouwde stadhuis aan de Markt te restaureren, bleek al vrij snel dat het gebouw er slechter aan toe was dan gedacht. De gevreesde bonte knaagkever had hevig huisgehouden in het monument, de gevel was er niet best aan toe, op veel plaatsen werd houtschimmel ontdekt en de dakbedekking bleek te zijn aangetast. Dankzij geld van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en een forse bijdrage van de provincie Zeeland kon de opknapbeurt toch doorgaan, zei wethouder Maas van Monumentenzorg gisteren tijdens een voorbezichtiging in het vernieuwde stadhuis.

Bonte knaagkever

„We zijn meer dan tevreden over het eindresultaat”, benadrukte Maas. „Het was leuk, inspirerend en fascinerend om een van de topmonumenten van ons land een facelift te geven.” De laatste restauratie dateert uit de jaren dertig van de vorige eeuw.

De torenspits van het stadhuis is geheel vernieuwd, deze heeft zeer zwaar te lijden gehad van de bonte knaagkever, maar was er verder ook ernstig aan toe. De ranke toren is in 1599 gebouwd.

De zolder van het raadhuis is tijdens de opknapbeurt onder meer voorzien van een nieuwe binnengoot. Bij betreding van de zolder vallen direct de gewichten op van het torenuurwerk, waarvan het zwaarste exemplaar 1000 kilo weegt. Een smal trapje leidt naar het imposante uurwerk en de speeltrommel van het carillon, die beide dateren uit 1735.

Het carillon stamt uit 1790 en speelt elk heel en halfuur, dag en nacht. De klokken van de beiaard zijn tijdens de restauratie stuk voor stuk verwijderd. Dat was noodzakelijk om de toren grondig te kunnen herstellen, maar bood tevens de mogelijkheid om de klokken te inspecteren en na terugplaatsing anders op te stellen. Ook is de bedrading tussen de speeltrommel en de speelhamers van het carillon vervangen door roestvrij staaldraad.

Het pronkstuk van het Veerse stadhuis, de beroemde beker van Maximiliaan, is verplaatst van een onopvallende plek in de vierschaar van het stadhuis naar de sober ingerichte trouwzaal op de eerste verdieping, waar de vergulde zilveren bokaal schittert in een lichte vitrine. Uit de beker mogen uitsluitend de markies en de markiezin van Veere drinken: koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Het object is verzekerd voor 1,3 miljoen euro.

Beelden

De zestiende-eeuwse standbeelden van de zeven heren en vrouwen van Veere die tot 1934 in de zeven nissen van de gevel van het gebouw stonden, keren niet terug. Die sculpturen werden in 1934 wegens ernstig verval van de gevel gehaald en belandden in de kelder van het stadhuis. Sinds 1950 staan ze in museum De Schotse Huizen in Veere. In de nissen zijn in 1934 nieuwe beelden van de zeven Veerse edellieden geplaatst. Maar die werden in 2012 eveneens van de gevel verwijderd, wegens gevaar van vallend steen. Ze zijn opgeslagen en het is onduidelijk wanneer ze terugkeren, aldus wethouder Maas.

Stichting Delta Cultureel gaat het stadhuis vanaf zaterdag samen met het nabijgelegen De Schotse Huizen als één museum exploiteren onder de naam Museum Veere.

Vanaf zaterdag is er ”Veeristen en Veerse joffers” te zien, een tentoonstelling over de schilderskolonie van Veere tussen 1907 en 1992. Daarnaast wordt een documentaire vertoond over deze kunstenaars.