Nog eens vier Haagse jihadisten in Midden-Oosten gedood
DEN HAAG. Twaalf jihadisten uit Den Haag zijn tot nu toe waarschijnlijk gedood in Syrië en Irak. De Haagse CU/SGP-fractie bepleitte woensdagmorgen in een reactie voor een steviger aanpak tegen radicalisering.
Burgemeester Van Aartsen van Den Haag wilde dinsdag niet zeggen hoe de twaalf zijn overleden. Het gaat volgens hem vooral om jongeren. In november meldde de gemeente nog acht gedode jihadisten.
Veertig mannen en zes vrouwen zijn van de hofstad naar Syrië en Irak afgereisd. Drie kinderen zijn tegengehouden op het moment dat ze wilden vertrekken. Een van hen werd in Brussel uit een vliegtuig gehaald. Zestien Hagenaars hebben (nog) niets gedaan met hun plannen om naar het Midden-Oosten te gaan.
Elf mensen zijn inmiddels teruggekeerd. Van Aartsen wil niet zeggen waarom; uit heimwee, gewond of om een aanslag te plegen. Iets meer dan twintig Hagenaars zijn waarschijnlijk nog in het gebied.
Van Aartsen presenteerde dinsdag een plan om het jihadisme tegen te gaan. De stad wil onder meer uitzoeken hoe de autoriteiten „potentieel gewelddadige personen” kunnen herkennen en aanpakken. Hoeveel van zulke lone wolves er in Den Haag rondlopen, wilde Van Aartsen niet zeggen. Ook wil hij honderden „sleutelfiguren” inzetten naar wie de radicaliserende jongeren luisteren.
CU/SGP-raadslid Grinwis noemde het woensdagmorgen opvallend dat van een van de pijlers van de aanpak, repressief ingrijpen, de invulling goeddeels ontbreekt. Hij bepleit het schrappen van jihadisten uit gemeentelijke registratie, het weren van haatpredikers en aandacht voor vrouwelijke jihadisten.