Kamer worstelt met aanpak vrouwenbesnijdenissen
De Tweede Kamer worstelt deze dagen met de aanpak van vrouwenbesnijdenissen. Het is barbaars, afschuwelijk en moet worden uitgeroeid zeggen de politici. Een Kamermeerderheid wil dat controle op besnijdenissen mogelijk wordt. Maar over de manier waarop lopen de meningen uiteen.
De verminking van de genitaliën van meisjes, zoals het formeel heet, is al jaren strafbaar in Nederland. Het is ernstige mishandeling met voorbedachte rade en daar staat een maximum van twaalf jaar gevangenisstraf op, aldus D66–fractievoorzitter Dittrich.
Maar tot nu toe is nog nooit iemand veroordeeld. Sterker nog, het Openbaar Ministerie in Utrecht heeft ouders van een besneden meisje een keer ontboden om ze daarna met een berisping naar huis te sturen, vertelt het in Somalië geboren VVD–Kamerlid Hirsi Ali. Zij was de eerste die de handhaving van het verbod op de besnijdenissen op de politieke agenda plaatste. Ze noemt het ontbreken van een effectieve methode voor rechtshandhaving een „voortzetting van het gedogen van een ernstig misdrijf".
GroenLinks en de PvdA willen een aparte landelijke officier van justitie belasten met besnijdenissen. Vooralsnog is daar niet genoeg steun voor. Hirsi Ali vindt het een sympathiek idee om zo de kennis en expertise garant te stellen bij het OM. Maar zij vindt de controle zodat vervolging mogelijk is belangrijker.
Zij stelt voor om eenmalig alle meisjes uit de risicolanden verplicht met een ouder naar de GGD te laten komen. Daar krijgen ze, in de privacy van een besloten kamer, voorlichting en worden ze eenmalig gecontroleerd. Bij de controles zijn ook een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming, een psycholoog en eventueel een tolk aanwezig.
De al besneden meisjes krijgen indien nodig medische en psychische begeleiding. Alle andere meisjes moeten jaarlijks terugkomen. Als een meisje bij een volgende controle verminkt blijkt, meldt de GGD dit bij de Raad voor de Kinderbescherming die een vervolgingsprocedure start. Elke verminking moet tot vervolging leiden.
De PvdA en D66 willen dat schoolartsen of –verpleegkundigen en medewerkers van consultatiebureaus de controles doen. Volgens de PvdA moet dit vrijwillig gebeuren tijdens de reguliere controles. Als een meisje niet op zo’n controle verschijnt, kunnen zij achtereenvolgens een huisarts, de vertrouwensarts van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of de kinderbescherming inschakelen.
D66 gaat een stapje verder en wil dat alle scholieren, jongens en meisjes, jaarlijks verplicht een medische keuring bij de schoolarts krijgen. Het controleren van meisjes op besnijdenissen, moet daar dan onderdeel van uitmaken. Het CDA ziet alleen een oplossing in voorlichting, preventie en scholing. De LPF en de SP erkennen het probleem, maar weten niet hoe controle er dan uit zou moeten zien. De SGP heeft bedenkingen bij de voorstellen. De ChristenUnie en GroenLinks zijn er nog niet uit.
Tegenstanders van de verplichte controle bij de GGD stellen dat het stigmatiserend werkt en dat mensen in Nederland nog nooit zijn gedwongen tot lichamelijk onderzoek. Dit is in strijd met de integriteit van het menselijk lichaam. Dat bezwaar geldt ook voor het voorstel van D66.
Het feit dat er lang niet meer op alle scholen schoolartsen komen, pleit tegen de plannen van D66 en de PvdA. Bovendien, zegt Hirsi Ali (VVD), praten kinderen onderling over de schoolarts en wat deze heeft gedaan. Kinderen kunnen wreed zijn. „Hij heeft in haar broekje gekeken." Zij vindt het ook onzin dat alle kinderen gecontroleerd moeten worden, omdat er vier– tot vijfduizend meisjes in Nederland misschien risico lopen.
Voor alle voorstellen geldt tevens dat de AMKs, de Raad voor de Kinderbescherming en het OM op dit moment al niet in staat zijn om de dossiers te verwerken die op behandeling wachten. De Kamer zal dus nog wel even blijven worstelen met het probleem.