Legofreaks, zo staan de drie mannen Henk (46), Jacques (47) en Richard (52) uit Leerdam en Ameide bekend. Hun achternaam geven ze niet graag, onder meer omdat ze bang zijn voor diefstal van hun kostbare stukken. Ook op hun website en in perspublicaties staat hij niet. Vroeger waren ze alle drie al dol op het bouwen met de gekleurde blokjes. „En alle drie hebben we op een gegeven moment de dozen opgeruimd. Tot het weer begon te kriebelen.”

Aanvankelijk bouwden ze thuis, in hun eentje. Tot in 2011 in Leerdam de Verzamelbeurs van start ging. Een van de drie legoliefhebbers was daar present met bijzondere gebouwen en collector’s items. Het jaar daarop moest hij verstek laten gaan, maar de organisatoren van de beurs wisten een vervanger op te snorren die een hele legostad bouwde.

In het daaropvolgende jaar vonden de legofreaks elkaar. De Verzamelbeurs kon hun inbreng waarderen en maakte steeds meer ruimte vrij voor de mannen. Daarmee steeg het aantal beursbezoekers in een paar jaar tijd van 50 naar 1500. „Het lego is onze grote trekker. Van heinde en verre komen mensen op de bouwwerken af”, aldus organisator Liset Versluis.

Sinds 2013 werken de mannen met een thema. Het eerste jaar was dat SAIL Amsterdam, in 2014 bouwden ze Ondernemend Nederland en dit jaar gingen ze op stedentrip met lego.

Voor dit laatste project gebruikte het trio bijna 400.000 steentjes. De bouwwerken beslaan 20 vierkante meter. „We doen alles met z’n drieën. We zoeken een thema, bedenken hoe alle objecten komen te staan en gaan vervolgens het project tot detail, op schaal, uittekenen. Dat luistert nauw: het moet precies kloppen. Daarna gaan we bouwen. Ieder voor zich. In die periode zien we elkaar alleen nog tijdens bouwvergaderingen.”

De mannen bouwen thuis in hun hobbykamer of op zolder. „Daar zijn we acht tot negen maanden mee bezig. Vooral ’s avonds en in het weekend. Niet elke dag en de ene week wat meer dan de andere. Maar als het regent en tijdens lange winteravonden houdt het ons wel van de straat.”

Thuisfront

De hobby vergt zo veel tijd en geld dat ze dit niet zouden kunnen doen zonder steun van het thuisfront. „Onze gezinnen staan erachter. Die vinden het leuk wat we doen. Eigenlijk slaan we twee vliegen in één klap. We hebben een prachtige hobby en blijven ook nog gezellig thuis.”

De legofreaks vinden het een sport om bestaande pakketten te combineren en daar hun eigen bedenksels mee te maken. Dat ze natuurlijke elementen als bomen, bloemperken en slootjes in het ontwerp opnemen, slaat aan bij het publiek. Datzelfde geldt voor het toevoegen van technisch lego. Een van de mannen heeft zich daar inmiddels in gespecialiseerd. „Pronkstuk uit zijn collectie is een zelfbedachte trailer achter een bestaande legotruck. Een combinatie van in totaal 1,25 meter.”

Als alles klaar is, kost het de heren twee à drie dagen om van alle lossen onderdelen één geheel te maken. Topstukken dit jaar in Leerdam waren een karakteristieke Hollandse kerk –die als twee druppels water lijkt op een bedehuis in Ridderkerk– en een Frans kasteel. „Een bouwwerk van 25.000 stukjes, het grootste dat we ooit hebben gemaakt”, zegt Jacques daarover.

Creativiteit

De belangstelling voor hun lego op de jaarlijkse Verzamelbeurs hebben de mannen ook op de editie van begin deze maand weer als overweldigend ervaren. „Het mooiste is om kinderen op ideeën te brengen. Ze herkennen de standaarddozen, maar zien zo ook wat je er zelf bij kunt verzinnen. Prachtig om te horen dat ze er later thuis mee aan de slag gaan.”

Dit jaar organiseerden de mannen voorafgaand aan de Verzamelbeurs een bouwfestijn voor honderd kinderen. In een leeg winkelpand experimenteerden ze een middag lang met de blokjes.

Inmiddels trekken de legofreaks aandacht uit binnen- en buitenland. Op verzoeken om hun kunsten te vertonen, gaan ze maar mondjesmaat in. Kerk en kasteel, Big Ben en Arc de Triomphe waren in diverse grote speelgoedwinkels te zien. Zaterdag is het trio in Ede om volkswagenbusjes te bouwen. „Dan zit het seizoen erop. We maken foto’s en filmpjes van ons project en breken alles weer af. Daarna gaan we evalueren en iets nieuws bedenken. Daar beginnen we in mei aan, anders komen we in tijdnood.”