Organistenportret: Egbert Minnema uit Groningen
Meeademen met de gemeente, dat is een uitdrukking die steeds terugkeert bij Egbert Minnema (24), organist in de gereformeerd vrijgemaakte kerken in Groningen en Zuidhorn. „Eigenlijk moet je als organist uitgaan van een gemeente die a capella zingt en waar jij bij mee mag spelen. En dat doe je geen fractie sneller of langzamer.”
Minnema’s visie op samenzang en orgelspel is mede gevormd door het luisteren naar cd’s van goede organisten. „Ik laat me graag inspireren door Sietze de Vries en Peter Sneep. De Vries leert me veel over goede zettingen. En Sneep weet goed hoe je een gemeente begeleidt in de samenzang.”
De organist uit Groningen begeleidt nu zes jaar de gemeente van Groningen. Sinds een halfjaar speelt hij ook in Zuidhorn. In beide gemeenten wordt er gezongen uit de psalmen, het nieuwe Liedboek en het Gereformeerd Kerkboek. „Ik houd van het Geneefse psalter. Het zingen van de oorspronkelijke melodieën vind ik prachtig. Vooral de psalmen in de dorische kerktoonsoort vind ik wonderschoon.”
Minnema, die in Groningen sociale planologie studeert, neemt goed de tijd voor het voorbereiden van de diensten. „Ik gebruik af en toe literatuur om uit te spelen, maar het meeste improviseer ik. Thuis neem ik op vrijdag en zaterdag zo’n anderhalf uur om te oefenen. Daarbij maak ik gebruik van de kennis die ik heb opgedaan uit het boek ”Harmoniseren” van Sietze de Vries. Ik wil dat de akkoordwendingen kloppen en dat het spel er goed in zit.”
Op zondagmorgen zit Minnema ook weer anderhalf uur voor aanvang van de dienst in de kerk. „Ik vind het prettig om feeling te krijgen met het orgel en verschillende registraties uit te proberen.” Soms heeft hij van tevoren overleg met een predikant. „Laatst had de predikant het idee om een lied met een moeilijke melodie te zingen op de melodie van Psalm 119. Dat kon ook, maar het paste niet zo bij de tekst. Uiteindelijk hebben we de melodie er op de beamer bijgezet. Het ging goed, de gemeente pikte de melodie vlot op. En ik ben blij dat de predikant en ik dat dan in goed overleg kunnen doen.”
Minnema geniet ervan om af en toe nieuwe dingen te proberen. Toch waagt hij zich liever niet aan grote experimenten in de eredienst. „Als ik dienstbaar kan zijn en de gemeente heeft goed gezongen, geeft dat voldoening. Toen ik nog maar kort organist was, improviseerde ik bij het begeleiden van Psalm 65 in een tussenspel een stuk van Psalm 22. Vervolgens zong de gemeente het volgende vers op de melodie van Psalm 22. Dat zijn harde leermomenten. Goed begeleiden is lastig. Professionele musici kunnen het soms niet. En mensen die louter op hun gevoel spelen, stimuleren het zingen ook niet altijd. Het gaat om het samenspel, het meeademen met de gemeente. Daarmee geef je houvast en dat is je taak.”
Dit is het vierde deel in een serie organistenportretten. Woensdag deel 5.