Cultuur & boeken

Portret van de militaire muziek

Titel:

Ing. W. Vastenhoud
11 February 2004 18:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

”Met muziek op mars. Nederlandse militaire tamboerkorpsen en andere formaties van 1945 tot 2003”
Auteur: Peter Grootemaat
Uitgeverij: Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 2003
ISBN 90 288 3551 2
Pagina’s: 224
Prijs: € 29,50. Militaire muziek fascineert altijd, ook hen die klassieke muziek prefereren. Als er ergens een militair orkest marcheert, trekt dat onmiddellijk de aandacht, want een militaire kapel onderscheidt zich nu eenmaal van een burgerorkest. Over de wondere wereld van de militaire muziek is nog niet eerder een volledig overzicht gepubliceerd, maar met het onlangs verschenen boekwerk ”Met muziek op mars” van Peter Grootemaat is dat verzuim ruimschoots goedgemaakt.

Peter Grootemaat is insider op het gebied van marsmuziek en kent als burgerambtenaar bij de Koninklijke Landmacht het militaire bedrijf van binnenuit. Hij heeft zich beperkt tot de periode 1945 tot 2003, in welke jaren met name de tamboerkorpsen een enorme opgang beleefden. Deze korpsen hebben een grote bijdrage geleverd aan het ontstaan van de vele naoorlogse taptoes. In het programma komt de militaire oorsprong van dit gebruik duidelijk tot uitdrukking. Taptoes -ze zijn er nog steeds- trekken jaarlijks vele duizenden bezoekers, óók uit de kring van de lezers van deze krant. Geen wonder, want in de gereformeerde gezindte is de liefde en eerbied voor vorstenhuis, vaderland en militaire traditie groot en militaire muziek is hier onverbrekelijk mee verbonden.

Militaire orkesten zijn er grofweg sinds de 18e eeuw en komen vandaag de dag voor als tamboer- en pijperkorps of in een harmonie- of fanfarebezetting. Het tamboerkorps is als muziekformatie na de oorlog uit Engeland geïmporteerd en nam in de jaren daarna een belangrijke plaats in de wereld van de militaire muziek in. Het maakte soms deel uit van een militaire harmonie of fanfare, maar meestal was het zelfstandig. De muzikanten waren veelal dienstplichtigen. In het begin van de jaren zeventig werden de meeste als gevolg van bezuinigingswoede weer opgeheven. Enkele militaire tamboerkorpsen zijn omgevormd tot drumfanfare, zoals dat ook wel in de civiele sector is gebeurd.

Er was -en is- een beperkt aantal beroepskapellen, de overige muziekkorpsen werden vrijwel alle door de inspecteur militaire muziek erkend, maar niet in alle gevallen financieel ondersteund. Soms bestonden deze korpsen slechts bij de gratie van gemotiveerde commandanten, goedwillende militaire amateur-muzikanten en bereidwillige burgersponsors. Geoefend werd er veelal in de vrije tijd. Er waren korpsen met overwegend beroepsmilitairen of bestaande uit dienstplichtigen. De erkende tamboerkorpsen hadden vrijwel altijd een bij de Koninklijke Militaire Kapel opgeleide beroepsmuzikant als instructeur.

Alles wat maar enigszins op te halen is uit de veelal bewogen geschiedenis van al die tientallen muziekkorpsen bij de krijgsmacht passeert de revue in dit unieke boek. Vele jaren van onderzoek en naspeuring zijn er aan het verschijnen voorafgegaan, waarbij de auteur een onmisbare steun heeft gevonden bij vele bekenden uit de militaire muziek, zoals blijkt uit de lange lijst van geraadpleegde bronnen.

Het resultaat is er ook naar: 224 bladzijden gevuld met vele tientallen groeps- en actiefoto’s, belangrijke gebeurtenissen en namen van vrijwel alle dirigenten, kapelmeesters en instructeurs geven een nagenoeg volledig beeld van de militaire muziek. Opmerkelijke details verlevendigen de geschiedenis. Kees de Bok, de mascotte van de Prins Bernhardkapel (slechts bestaan van 1945 tot 1947), die meeging naar Indië. Of het devies van het Cadettentamboerkorps van de Koninklijke Militaire Academie, ”Non pulcher sed fortis”, wat vroeger altijd vrij vertaald werd als: het hoeft niet mooi te zijn, als het maar hard is, maar waarvan de auteur terecht zegt dat dát tegenwoordig niet meer wordt nagestreefd.

Sinds een jaar of tien bestaat er een nieuw fenomeen in de wereld van de militaire muziek, namelijk dat van de historische en reünieorkesten. Ze zijn opgericht als reactie op de vele bezuinigingen, de blijvende behoefte van een krijgsmachtdeel zich met een eigen orkest te onderscheiden en een poging te voorkomen dat de militaire muziek geheel naar de marge van het militaire en civiele leven wordt verbannen. Door deze -het zijn er momenteel zes- in het boek te beschrijven, is de acteur zeer actueel.

Deze uitgave kan voor lezers een verrijking van hun kennis van de wereld van de militaire muziek betekenen. Prins Bernhard, oud-bevelhebber van de binnenlandse strijdkrachten en oud-inspecteur-generaal der krijgsmacht, geniet nog steeds zichtbaar van goede militaire muziekkorpsen. Eervol en veelbetekenend dat juist de Prins der Nederlanden dit prachtige en rijk geïllustreerde werk in een voorwoord van harte aanbeveelt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer