Kerk & religie

Islam in Indonesië tussen tolerantie en radicalisme

JAKARTA. De islam stempelt het leven in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Dat is zichtbaar aan de ruim duizend moskeeën, en hoorbaar via de gebeds­oproepen die vijf keer per dag klinken. Toch streeft Indonesië naar harmonie tussen religieuze groepen. De radicale islam krijgt echter in delen van het land voet aan de grond.

Klaas van der Zwaag
21 March 2015 15:13Gewijzigd op 15 November 2020 17:34
Vrouwen op straat in Jakarta. beeld RD
Vrouwen op straat in Jakarta. beeld RD

Indonesië laat een tegenstrijdig beeld zien, zegt Krise Gosal, staflid van de Indonesische Raad van Kerken (PGI). „Enerzijds geeft de officiële staatsideologie kerken alle vrijheid en ruimte. Het is toegestaan om van religie te veranderen. Anderzijds is een interreligieus huwelijk nog steeds niet mogelijk. Daardoor moet een christen die met een moslim trouwt of omgekeerd, naar Singapore om daar het huwelijk te sluiten.”

De staatsideologie van Indonesië werd geformuleerd door de eerste president, Sukarno. Van zijn hand is de pancasila, die als inleidende bepaling is opgenomen in de Indonesische grondwet. De vijf (”panca”) morele beginselen (”sila”) zijn in het staatswapen uitgebeeld: geloof in de ene en enige God, menselijkheid, nationale eenheid, democratie en sociale rechtvaardigheid voor het gehele Indonesische volk.

Omdat de staat verplicht tot het geloof in één enkele God, maar niet tot het aanhangen van een bepaalde religie, garandeert de grondwet godsdienstvrijheid. Onder erkende religieuze stromingen verstaat Indonesië de islam, rooms-katholieken, protestanten, hindoes, boeddhisten, confucianisten (vooral Chinezen) en er zijn plannen voor erkenning van de bahaireligie.

De staatsideologie geeft christenen volgens Gosal bescherming, „maar er is lokaal nog steeds sprake van discriminatie. Ook het omgekeerde komt voor. In het overwegend christelijke Papoea zijn er kerken die de komst van een moskee willen tegenhouden. De PGI benadrukt daarom het belang van het interreligieuze gesprek.”

Typerend voor Indonesië is dat wanneer er in een dorp of stad een kerk gebouwd moet worden, toestemming van de plaatselijke bevolking vereist is. Radicale groepen kunnen zodoende de komst van een kerk tegenhouden. In Bekasi, vlak bij Jakarta, krijgen kerken daarom niet de uiterlijke kenmerken van een christelijk bedehuis, zegt ds. Reky Sudjak. Ze worden bijvoorbeeld onder­gebracht in scholen of winkel­centra. Op zijn kerk, die huist in een christelijke school, staat daarom geen kruis op het gebouw. Sudjak weet welke gevaren hij desondanks loopt. De predikant moest in 2004 Indonesië ontvluchten nadat er een poging gedaan was het kerkgebouw in brand te steken.

Irma Riana Simanjuntak, die namens 3xM (More Message in the Media) christelijke televisie­programma’s voor de Indonesische publieke omroep coördineert, zegt dat voor de kerken in het land een belangrijke rol is weggelegd om een harmonieus samenleven te bevorderen tussen islam en christendom. Als voorbeeld noemt zij het radiostation Stem van de vrede in Kampung Sawah, zo’n 20 kilometer buiten Jakarta. „Het is een gebied dat overwegend islamitisch is, maar in het bestuur van de omroep werken christenen, moslims, boeddhisten en hindoes samen. Er worden elke week debatten georganiseerd waarin de betekenis van religie voor maatschappelijke onderwerpen wordt belicht.”

Dagelijks beeld

De islam stempelt in Indonesië in veel opzichten het openbare leven. Het straatbeeld wordt bepaald door vrouwen met hoofddoeken, al zijn boerka’s nagenoeg afwezig, althans in Jakarta. Toch lijkt de islamisering van de samenleving steeds meer gestalte te krijgen. De laatste jaren klinken, in tegenstelling tot vroeger, gebedsoproepen op het internationale vliegveld Sukarno-Hatta. Wettelijk is ieder hotel, zelfs het christelijke guesthouse van de PGI, verplicht om op de plafonds van de kamers een embleem met het woord ”kiblat” aan te brengen. Het duidt de gebedsrichting aan naar Mekka.

Rita Haris, christen en coördinator van de religieuze programma’s van de nationale publieke omroep van Indonesië, de TVRI, zegt dat er elke dag programma’s worden uitgezonden over de islam, terwijl christenen het met een halfuur per veertien dagen moet doen. Moslims mogen elke dag in het gebouw van de omroep vijf keer hun gebed doen, voor christenen is één weeksluiting per maand toegestaan. Toch wil de Indonesische staat alle religies een plaats geven binnen de nationale publieke omroep.

Elke Indonesiër moet in zijn paspoort of identiteitskaart een stempel hebben waarop staat welke religie hij aanhangt. Van religie veranderen mag, maar dan moet een ander paspoort worden aangeschaft, zegt Simanjuntak van 3xM. „Deze maatregel is genomen door het ministerie van Godsdienst. Dat wil greep wil krijgen op het godsdienstige leven in Indonesië. Doel is vooral om radicalen de wind uit de zeilen te nemen.”

Indonesië is geen islamitische staat, benadrukt ook ds. Johannes Thelee van de Praise Community Church in Jakarta. Deze charismatische kerk richt zich op jongeren. „Niet alleen op moslims, maar op alle Indonesiërs. Jongeren in Jakarta omarmen alles wat westers is. Je ziet hen zoeken naar zin van het moderne leven. In de zestien jaar dat we bestaan, hebben nooit problemen gehad met de islam. We ondervinden alle medewerking van de overheid om in hartje Jakarta diensten te houden. Er is hier gewoon vrijheid van godsdienst.”

Tolerante vorm

De meeste moslims praktiseren een moderne, tolerante vorm van de islam, doorgaans de soennitische richting. „Indonesië is vanouds een tolerant religieus land”, zegt staflid Gosal van de Indonesische Raad van Kerken. „De radicale groepen en denkbeelden kwamen altijd van buitenaf, met name uit Iran.” Dat neemt niet weg dat hier en daar plaatsen zijn waar de radicale islam wel degelijk voet aan de grond krijgt, zoals op Ambon, in Atjeh, waar de sharia is ingevoerd, en in delen van Java, met name in het oostelijk deel van het eiland.

Dr. Stephen Tong, leider van de grootste gereformeerde kerk in Indonesië, de Gereja Reformed Injilia Indonesia –vorige week zaterdag verzorgde hij voor ruim 4000 jongeren een symposium over predestinatie en vrije wil–, zegt dat de invloed van de radicale islam afneemt. „Maar degenen die overblijven, worden fanatieker. Daardoor verliezen radicalen gelukkig overigens draagvlak in de samenleving.”

Hij zegt dat de gouverneur van Jakarta, Basuki. trouwe luisteraar is van een radio­programma waaraan dr. Tong meewerkt. „Basuki wordt door radicale moslims gehaat omdat hij zich hard tegen hen opstelt. Men bedreigt hem en zoekt redenen om hem in opspraak te brengen. Hij vertegenwoordigt een drievoudige minderheid: hij is christen, Chinees en calvinist.”

Dr. Joas Adiprasetya, docent aan het Theologisch Seminarie van Jakarta, zegt dat zich de laatste jaren ruim 6000 Indonesiërs hebben aangesloten bij IS in Syrië. Naar verluidt is er een trainingskamp in Oost-Borneo waar kinderen vertrouwd gemaakt worden met wapens. „De meerderheid van de moslims in Indonesië is tolerant, maar dat is een zwijgende meerderheid. Kerken durven de radicale islam niet te kritiseren, omdat ze bang zijn de indruk te wekken dat zij zich tegen de islam als zodanig keren.”

Mededocent Stephen Suleeman: „De radicale islam vormt een bedreiging. Er zijn verschillende bewegingen die actief zijn, alleen horen we er niet vaak van omdat ze erg regionaal georganiseerd zijn. IS streeft ook hier naar een kalifaat. Ik wil niet pessimistisch zijn, maar pleit wel voor voorzichtigheid. Wees in ieder geval niet optimistisch, want dat beneemt je het zicht op de werkelijkheid.”


serie
Kerk in Indonesië

Dit is het derde deel van een serie over kerk en godsdienst in het islamitische Indonesië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer