De dood van de Delftse VWO-scholier heeft het stempel zelfdoding gekregen. Maar al jaren tast vader René Timmer in het duister over de omstandigheden van zijn verdwijning en overlijden. Hij gelooft niet dat zijn zoon zelfmoord heeft gepleegd. Hij laat weten dat hij „tot zijn laatste adem” alles zal doen om licht te werpen op de omstandigheden rond de dood van Lesley.

Wat vaststaat is dat de jongen in de nacht van 9 op 10 juni is gevonden met zijn handen en zijn voeten bij elkaar gebonden. Hij lag zwaargewond op het wegdek onder de Kennedybrug in Luik. Lesley overleed korte tijd later zonder nog bij kennis te zijn gekomen.

Drie dagen eerder was Lesley van huis vertrokken naar school. Er was volgens zijn vader René Timmer geen aanleiding om te denken dat zijn zoon een andere bestemming had, of lang weg zou blijven. Maar in plaats van naar school te gaan koopt Lesley op station Delft een retourtje Eindhoven.

Hij duikt op in Roosendaal, waar hij bij een bank 1500 euro overboekt van zijn spaar- naar zijn betaalrekening. Ook pint hij nog 200 euro; het laatste levensteken van de jonge Delftenaar. Wat er in de dagen daarna is gebeurd en waar hij heeft verbleven, is volkomen onduidelijk.

Volgens zijn vader was Lesley voor zijn verdwijning wel angstig. Aan vrienden had de jongen verteld dat hij in de problemen zat. Maar of dat echt zo was en wat voor problemen dat dan waren en met wie, is niet bekend.

Tot een maand na zijn dood wist de familie van Lesley overigens niet wat hem was overkomen. De jongen lag al die tijd ongeïdentificeerd in een koelcel. De Belgische politie klopte wel aan bij de Nederlandse autoriteiten, maar die wisten niet de link met de familie Timmer te leggen. De onzekerheid was pas voorbij toen de familie bij toeval een foto van de overleden Lesley tegenkwam op de website van de Belgische politie.