Kerk & religie

Toch verleid

Mattheüs 26:31

Redactie kerk
13 March 2015 10:50Gewijzigd op 15 November 2020 17:21

„Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in deze nacht, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.”

Zij konden verleid worden om te struikelen over Jezus door dat diep ingezogen vleselijk voor­oordeel van een aards koninkrijk van de Messias, waarmee deze vleselijke smaadheden van Jezus geheel niet overeenkwamen. In deze tijd konden Jezus’ zwakke leerlingen het te minder begrijpen of geloven dat hun grote Heere en Meester zo’n Man van smarten en smaadheden zou kunnen worden, omdat zij zo dikwijls de heerlijkste blijken van Zijn Godheid, majesteit, almacht en heiligheid aan Hem hadden gezien. En inderdaad: des Heeren Jezus’ diepe vernedering en kruis, naast de geestelijkheid van Zijn Koninkrijk, zijn te allen tijde geweest de rots der ergernis voor de ongelovige. En evenwel dit voorzegt Jezus Zijn apostelen wel zeer duidelijk: „Gij allen zult in deze nacht aan Mij geërgerd worden.” Gij, Mijn uitverkoren leerlingen zelf, die de Vader Mij gegeven heeft en die u bekend hebt dat Ik van de Vader ben uitgegaan, voor wie Ik Mijzelf heilig en opoffer en die Ik ook in de wereld zal uitzenden, opdat ook anderen door uw Woord in Mij geloven mogen. Gij, die zo lang de getuigen zijt geweest van Mijn Goddelijke leer, van al Mijn heilig gedrag en verbazende wonderwerken, ja sommigen van u zijn ook geweest de aanschouwers van Mijn heerlijkheid op de berg.

Meinardus Antonides, 
predikant te Onderwierum en Westerdijkshorn

(”Schriftmatige verklaring”, 1753)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer