Wedijveren rond schrijnende gevallen
De tribune kolkt zo nu en dan van de emoties, maar in de Tweede Kamer zelf blijft de temperatuur ruim onder het kookpunt. Geen moment komt minister Verdonk in de problemen, de verwoede pogingen van de oppositie ten spijt.
In drie jaar tijd zo’n 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers het land uitzetten. Het is niet een opdracht waarmee de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie publieksprijzen zal winnen. Toch kreeg ze maandag royale steun, niet alleen van de regeringspartijen CDA, VVD en D66 maar ook van LPF en SGP.
Na de veelheid aan protesten was het de verwachting dat met name CDA en D66 de minister gisteren tijdens het debat over het uitzetbeleid onder zware druk zouden zetten. Dat bleek een misrekening. CDA’er Van Fessem en D66’er Lambrechts vroegen wel om een zekere versoepeling maar waren tevreden met de toezeggingen van Verdonk. Ze beloofde een onafhankelijk clubje in te stellen dat erop toeziet dat geen schrijnende gevallen worden uitgezet. Extra aandacht zal ze daarbij geven aan gezinnen met kinderen.
De PvdA ondernam nog een poging om D66 het oppositiekamp binnen te lokken door te verwijzen naar het pleidooi van de democraten voor een ruime pardonregeling ten tijde van paars. Dat opzetje wist Lambrechts echter vrij eenvoudig te demonteren. Ze herinnerde PvdA-kamerlid De Vries eraan dat de D66-motie voor zo’n ruime regeling indertijd onvoldoende steun had gekregen en dat een van de tegenstemmende fracties die van de PvdA was.
Onder de pardonregeling vallen nu zo’n 2300 asielzoekers. Zij zijn al langer dan vijf jaar in Nederland. Ruim 200 van hen vielen niet binnen de criteria van de regeling, maar Verdonk -luisterend naar haar hart- vond hun situatie zo schrijnend dat ze toch mogen blijven.
De oppositie wilde zowel de pardonregeling oprekken als het aantal uitzonderingen opvoeren. Met name GroenLinks en SP benutten hun spreektijd vooral om met elkaar te wedijveren door het opdienen van de schrijnende gevallen waarmee ze de afgelopen weken per telefoon en e-mail waren geconfronteerd.
Sommige verhalen wezen op ambtelijke onbarmhartigheid. De Vries (PvdA) noemde als voorbeeld het Nederlandse echtpaar dat zich over een weeskind had ontfermd. Het kind is uitgewezen naar het land van haar overleden ouders en als de pleegouders moeite hadden met het afscheid, moesten ze maar meegaan, zo kregen ze van de instanties te horen.
Verdonk kon niet zo veel met de aangehaalde gevallen. Vorige week gaf ze al aan dat veel dossiers een ander verhaal laten zien. Maandag benadrukte ze dat veel asielzoekers naar ons land komen omdat ze denken daar beter van te worden. Naar onveilige gebieden wordt volgens haar niemand teruggestuurd.
Toch liet de minister heel af en toe doorschemeren dat de zekerheid die ze uitstraalt zwakke plekken kent. „Lopen over een dun, wankel koord”, zo omschreef ze het beoordelen van al die lastige dossiers. En zondag had ze zich nog de hele avond met haar ambtelijke staf over moeilijke gevallen gebogen.
Terwijl binnen het debat voortkabbelde, probeerden buiten zo’n 3000 demonstranten een kordon rondom het Binnenhof aan te leggen. Daarvoor was de opkomst echter niet groot genoeg. Actievoerders op de publieke tribune moesten herhaaldelijk tot de orde worden geroepen en in een onbewaakt ogenblik ontrolde een demonstrant voor het oog van de camera’s een spandoek met de tekst ”Stop de deportaties”.
CU-kamerlid Huizinga kon haar teleurstelling over de onbuigzame houding van de minister niet verbergen. „Had ze maar niet naar haar hart maar naar haar gezonde verstand geluisterd”, verzuchtte ze in de slotronde. Vos van GroenLinks bekende zelfs „een kater” aan het debat met Verdonk te hebben overgehouden. „Ach, als minister doe je het natuurlijk nooit goed, maar het houdt wel een keer op”, gaf SGP’er Van der Vlies haar als opsteker mee. Een demonstrant op de tribune zag dat heel anders. „Een minister, kan die ook worden uitgezet?”