Rutte zal Teevendossier zelf moeten sluiten
DEN HAAG. Door weg te blijven bij de inhoud en te vluchten in politieke vaagtaal slaagde premier Rutte er gisteren in het dossier over de deal met crimineel Cees H. nog even van zich af te houden. Grote vraag is voor hoelang.
Als jongere versie van de maandagavond opgestapte Opstelten; zo stond Rutte gisteren in de Tweede Kamer. Natuurlijk, beaamde hij, het gaat om een belangrijke zaak. Maar weten wat er is gebeurd; dat willen we toch met z’n allen? Dus kom op nou, niet moeilijk doen over details, hield hij de Kamer voor, maar constructief meedenken met het plannetje dat ik al voor jullie heb uitgebroed.
Kern van het plannetje was: rustig wachten op de komst van een nieuwe minister. En dan maar eens zien of het deze lukt drie prangende vragen van een antwoord te voorzien. Één: wat kwamen drugsbaron Cees H. en officier van justitie Teeven in 2000 nu precies overeen? Twee: hoe kan het dat de ambtelijke leiding van het OM de deal lijkt te hebben goedgekeurd op basis van sterk uiteenlopende financiële gegevens? En drie: hoeveel rond 2000 getroffen schikkingen komen nog meer in aanmerking voor het predicaat nattevingerwerk?
De hete aardappel doorschuiven van de inmiddels vertrokken Opstelten naar diens opvolger; dat was waar Rutte gisteravond zijn zinnen op had gezet. Een voor de hand liggende tactiek: onder de verantwoordelijkheid van nieuwe bewindspersonen nieuwe, pijnlijke details over de schikking aan de openbaarheid prijsgeven, is stukken eenvoudiger. De nieuwe staatssecretaris zal, anders dan Teeven, niet jarenlang een spil in het OM zijn geweest. En dus, zo verzekerde een bijna uitbundige Rutte de Kamer, gaat hij de nieuwe minister stevig instrueren: Pak dit dossier voortvarend op! Ga door met het verleden reconstrueren! Vertel ons wat er is gebeurd!
Maar waar was die gedrevenheid om de waarheid boven tafel te krijgen het afgelopen jaar, zo hielden met name Buma (CDA), Pechtold (D66) en Slob (CU) de premier gisteren voor. Had Rutte niet moeten ingrijpen toen Opstelten de greep op het dossier verloor en hoe langer hoe meer ging zwabberen: ik weet zeker dat Cees H. hooguit 1,25 miljoen gulden aan de deal overhield, ik weet het niet zeker, ik laat het uitzoeken, er zijn geen gegevens meer, o ja, toch wel.
Rutte vluchtte daarop in een betoog dat sommigen omschreven als lubberiaans en anderen als balkenendiaans. Het was in elk geval wazig. Als premier had hij vooral bewaakt wat staatsrechtelijk relevant was: dat de Kamer juist wordt geïnformeerd. Toen maandag cruciale gegevensbestanden werden aangetroffen op een plek waarvan Opstelten eerder had gezegd dat die het doorzoeken niet waard was, had hij ingegrepen: dat ging te ver. Maar met getob over de juiste cijfertjes kan een premier zich niet inlaten. De getallen waren in dit geval hooguit interessant, maar niet staatsrechtelijke relevant, daar kwam Ruttes betoog in grote lijnen op neer.
Feit is dat zijn opzet om de ontnemingsschikking te reduceren tot een topprioriteit voor de nieuwe minister stevig mislukte. Terwijl de lichaamstaal van VVD-fractievoorzitter Zijlstra hoe langer hoe meer wrevel en gramstorigheid verraadde, kregen Pechtold, Slob en Buma de Kamer op één lijn: het onderzoek naar de Teevendeal wordt een dossier apart.
Met de verdere afwikkeling zal Rutte zich intensief moeten bemoeien. De kans dat de Kamer hem een tweede keer laat vluchten in staatrechtelijke wazigheid is niet groot. Tel op: de Teevendeal, plus het Groningse gasdossier, plus de herziening van het belastingstelsel, plus het steeds moeten zoeken naar meerderheden in de Eerste Kamer en het is duidelijk. De premier mag zich gaan opmaken voor een permanente strijd om niet weg te zakken in het zompige regeringsmoeras.