Het Loo toont geschiedenis ridderorden
„Het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd.” Het zijn de woorden die kunnen klinken als iemand een onderscheiding krijgt. Eind april zal het weer zover zijn. Duizenden mensen krijgen dan een onderscheiding in de Orde van Oranje-Nassau. Zeldzamer zijn de onderscheidingen in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Die gaan meestal naar een klein groepje hoogleraren en andere mensen die een bijzondere, grote betekenis hebben voor Nederland.
De Orde van de Nederlandse Leeuw bestaat 200 jaar. Voor Paleis Het Loo is dat mede reden om een expositie in te richten over twee eeuwen onderscheidingen in deze orde. Vanmiddag is die geopend. Tot 31 mei is de tentoonstelling ”Ridders van Oranje. Vier eeuwen lintjes aan vorst & volk” te zien in de oostvleugel van het Apeldoornse paleis.
De expositie vertelt ook het verhaal van 200 jaar Militaire Willemsorde. Dat is de hoogste onderscheiding voor militairen die zich bijzonder moedig hebben gedragen. De samenstellers haken daarmee aan bij de ridderslag van Gijs Tuinman op 4 december op het Binnenhof in Den Haag door koning Willem-Alexander. Hij kreeg de ordetekens voor moedig optreden in Afghanistan. Tuinman en Marco Kroon –die de Willemsorde eerder kreeg– zouden vanmiddag allebei aanwezig zijn bij de opening. Zij zijn de enige twee recent onderscheiden ridders 4e klasse der Militaire Willemsorde.
Een derde onderdeel van de expositie –te zien in de Audiëntiezaal– betreft onderscheidingen die de Oranjes zelf kregen. Zo zijn de ridderorden van koning Willem II, de ”held van Waterloo”, en de kostbare keten van de Orde van de Kousenband, gedragen door koningin Wilhelmina, te bewonderen. Ook nu nog ontvangen staatshoofden als zij een bezoek brengen aan een bevriend land vaak een onderscheiding van dat land, als zij die nog niet hebben.
De tentoonstelling omvat verder ordeversierselen, ontwerptekeningen, kostuums, schilderijen, prenten en archivalia die „de ridders van Oranje opnieuw tot leven” brengen.