Op de publieke tribune, voor een groot deel gevuld met slachtoffers en hun familieleden, werd voorzichtig geapplaudisseerd toen de eis werd uitgesproken. Van der P. en B. keken, een groot deel van de dag opnieuw hand in hand, emotieloos toe.

Volgens het OM ging het duo „doelbewust en koelbloedig” te werk en hebben Van der P. en B. „ongelooflijk veel leed veroorzaakt”. Hun slachtoffers hebben na ruim een jaar nog steeds lichamelijke en psychische problemen, zei de officier van justitie.

Het OM beschuldigt de twee onder meer van poging tot doodslag, diefstal, zware mishandelingen en afpersing. De twee sloegen in februari 2014 toe in Echten (Drenthe), Meppel, Lage Mierde (Noord-Brabant) en op twee plekken in Enschede.

„Van der P. kende geen grenzen en B. ging erin mee”, zei de officier van justitie, „Van der P. heeft geschoten, gestoken en geslagen. Maar B. deed niet voor hem onder.” Ook rekent het OM het de verdachten zwaar aan dat ze geen enkel berouw hebben betoond. „In plaats daarvan hebben ze voortdurend geprobeerd de schuld neer te leggen bij hun slachtoffers: als die niet hadden tegengestribbeld, was geweld niet nodig geweest.”

Volgens het OM is het niet mogelijk om tbs te eisen, ondanks de „oprechte en grote zorgen” dat zeker Van der P. in herhaling kan vervallen. Maar uit onderzoek in het Pieter Baan Centrum blijkt dat B. volledig toerekeningsvatbaar is. Van der P. weigerde mee te werken. Over hem kan het PBC daarom geen uitspraak doen.

Volgens de verdediging wordt ten onrechte de indruk gewekt dat Van der P. en B. „beesten zijn en onmenselijk”. „Ze erkennen dat ze misdrijven hebben gepleegd en nemen daarvoor de verantwoordelijkheid”, zeiden hun advocaten Peter Plasman en Yasemin Karga. Volgens Plasman is „het verliefde stel in een roes van gebeurtenissen” meegezogen en hebben ze „geen geweld gebruikt om het geweld”.

Ook klopt het niet dat ze geen berouw hebben, aldus Plasman. Ze hebben meer dan eens aangegeven dat ze het niet zo hadden gewild, zei hij. Het woord spijt is dan misschien niet gevallen, betoogde de advocaat, maar „spijt is het meest gebruikte woord in een rechtbank”. Plasman vindt de eis van het OM „buitensporig”.

De rechtbank doet donderdag 2 april uitspraak.