Dr. Plaisier: Kerk moet terug naar levende beginpunt
ROTTERDAM. „De kerk is een vindplaats van geloof, een plek waar Hij in het midden is. Naar dat levende beginpunt moet de kerk terug, ook de kerk in de stad. De toekomst van de kerk is verwachting hebben in de levende Heere.”
Dat zei dr. A. J. Plaisier, scriba van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), donderdagavond in een toespraak bij de lustrumviering van tien jaar protestantse gemeente te Rotterdam-Overschie. De bijeenkomst, waarbij honderd belangstellenden waren, had als thema: ”Heeft de kerk in de stad toekomst?” „Soms denk ik: laten we eens ophouden met debatteren over de toekomst van de kerk. Doe wat je hand vindt om te doen”, aldus dr. Plaisier. De toekomst van de kerk ligt in Gods hand, stelde de PKN-scriba. „Uit Zijn hand eten we elke dag. De kerk is niet onze business, ze is een geschenk. De kerk kwam, is er en zal er zijn.”
Toch wilde de synodescriba vooruitkijken. „Waar gaat het naartoe met de kerk? Gaat het beter met haar op het platteland of in de stad?” De kerk moet op de hoek van de straat staat staan, stelde hij. „De kerk moet terug naar het levende beginpunt. Daar waar het allemaal om draait: de geloofsgemeenschap van broeders en zusters. Je komt als een lege vergiet bij elkaar om gevuld te worden. Alles moet ons uit handen genomen worden, om Hem terug te vinden.”
Dr. Plaisier erkende dat de kerk er in het verleden vaak een potje van gemaakt heeft. „Er is heel veel misgegaan. Laten we de scheuren bewenen”, zo zei hij.
De rooms-katholieke theoloog Frank Bosman wierp de vraag op hoe een kerk kan bestaan in een wereldstad. „De kerk wil God naar de wereld brengen, maar de wereld zit niet op Hem te wachten. Niemand heeft belangstelling voor Hem. Totdat je ontdekt dat je Hem niet naar de mensen moet brengen, want op tal van plaatsen is Hij er al.” Maar waar is Hij dan? „Hij is er, maar de wereld herkent Hem niet”, aldus Bosman.
De Nederlands-gereformeerde predikant en politicus ds. W. Rietkerk sprak over de toekomst van de kerk in de stad. De kerk moet volgens hem de richting op gaan van het zout. De kerk is geen zoet, geen zuur en geen zuil, maar zout, was zijn stelling. „De kerk is geroepen een zoutend zout in de wereld te zijn en moet zich daarin toerusten.” Verder moet de kerk aanwezig zijn op de donkere plekken in de stad, stelde hij. „Waar de kerk zo aanwezig is weert ze het bederf en gaat ze verpaupering en vereenzaming tegen. Op die manier schept ze een bodem voor het Evangelie.”
Contact
In 1966 ontstond contact tussen de hervormde en de gereformeerde kerk in Overschie. Dat leidde in 1970 tot vier gezamenlijke kerkdiensten per jaar. Langzamerhand kwam er samenwerking op het gebied van Bijbelkringen, catechese en jeugdwerk. Het aantal gezamenlijke diensten nam toe. Zo werd de breuk die eind negentiende eeuw ontstond, eind twintigste eeuw gaandeweg geheeld. In 2002 resulteerde dit in een federatie van beide gemeenten en in maart 2005 in een fusie. Pasen 2005 werd in één kerkdienst gevierd. Vóór de dienst werd in de kerktuin een moerbeiboom geplant.