Welby, die sinds 2013 aan het roer staat van de kerk, noemt het getuigen van het Evangelie ook voor zichzelf een van de drie hoofdtaken die hij heeft. Tegelijkertijd schuilt daarin een probleem: „We hebben evangelisatie te veel ondergebracht bij professionals”, aldus Welby. Hij denkt daarom dat iedere christen ertoe in staat zou moeten zijn om de boodschap van het Woord van God uit te dragen. „We moeten ons ervan bewust worden dat we allen geroepen worden tot getuigen. Dat betekent dat we daar ook voor moeten worden toegerust”, aldus Welby.

De gedachte dat alleen een fulltime evangelist goed in staat is om het Woord te verspreiden, is volgens de aartsbisschop „nonsens” en „volkomen in tegenspraak met het patroon dat in de Schrift te vinden is, maar ook met de beste momenten uit onze kerkelijke traditie.”

Volgens de kerkleider is evangeliseren niet hetzelfde als mensen bekeren. „Ik heb geleerd dat de rol van een getuige van Jezus Christus is, om iemand zover te brengen dat bekering de volgende stap kan zijn.” Volgens Welby is het in evangelisatiegesprekken „normaal gesproken voldoende om goed te luisteren naar de vragen die op je afkomen en daarop in te gaan, en om niet in te gaan op vragen die niet gesteld worden.”

Welby signaleerde dat veel christenen het moeilijk vinden om over hun geloof te praten. Recent onderzoek in het Verenigd Koninkrijk toont aan dat ten minste een kwart van de christenen dat niet snel doet. „Ik denk dat vrij veel mensen, en daar reken ik ook mezelf van tijd tot tijd toe, het zicht verliezen op hoe bijzonder het goede nieuws is”, aldus Welby. Voor een christen moet evangeliseren niet iets zijn wat plichtmatig gedaan wordt, zo stelde de aartsbisschop. „Het moet zo zijn dat, omdat we zo vervuld worden van de wetenschap hoe heerlijk Jezus is, we dat ook aan anderen willen vertellen.”

Zie ook:

Toespraak aartsbisschop Welby