Lokale partijen beginnen opmars naar Den Haag
Ruim een kwart van de kiezers stemde bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen op een lokale partij. In tien provincies vormden veel van die partijen een nieuwe provinciale lijst waarmee ze op 18 maart meedoen aan de Provinciale Statenverkiezingen. „In de Eerste Kamer kunnen we een belangrijke hindermacht zijn.”
Lokale partijen bij provinciale verkiezingen vormen „een niet te stuiten vloedgolf”, schreef een verslaggever van deze krant in februari 1995. En inderdaad, aangemoedigd door het succes van drie provinciale partijen in Friesland, Limburg en Brabant –de Fryske Nasjonale Partij (FNP, in 1991 drie zetels in de Friese Staten), de Partij Nieuw Limburg (PNL, vijf zetels) en de Federatie van Brabantse Onafhankelijke Fracties (BOF, twee zetels)– besloten bij de Provinciale Statenverkiezingen van dat jaar tal van nieuwkomers een gooi naar een aantal Statenzetels te doen.
Het avontuur bleek vooral kortstondig. Veel van die nieuwkomers, waaronder de Partij Nieuw Gelderland (PNG), hadden bij de Statenverkiezingen van 2003 alweer opgehouden te bestaan. Bij die van 2011 legden ook PNL en BOF het loodje. Zo kwam er ook een einde aan de provinciale, politieke carrière van BOF-lijsttrekker Van der Kallen, steevast sprekend in een gebreide trui met daarop de Brabantse vlag.
„Van der Kallen was scherpzinnig en ad rem, maar anders dan zijn achterban het deed voorkomen, vertolkte hij natuurlijk niet het onafhankelijke, provinciale geluid”, zegt Ron Lodewijks, die de verrichtingen van BOF jarenlang volgde als provincieverslaggever van het Brabants Dagblad. „Hij was een kleurrijke eenling, die vooral veel stemmen trok rond zijn woonplaats Bergen op Zoom, maar zijn ambitieuze doel om met BOF een provinciale machtsfactor te worden, heeft hij nooit gerealiseerd.”
Een gebrek aan overkoepelende issues die de soms haaks op elkaar staande lokale belangen van de achterban konden overstijgen, speelde daarbij zeker een rol, denkt Lodewijks. „De gemeentelijke herindelingen hadden zo’n thema kunnen zijn, maar die zijn tegen de zin van BOF in allemaal doorgevoerd. Van der Kallen heeft daarna nog wel geprobeerd om van de grootschalige veehouderij een issue te maken, maar dat was maar in een paar delen van de provincie een heikel punt.”
Nieuw perspectief
Twintig jaar na 1995 zien tal van provinciale partijen opnieuw perspectief. Verspreid over alle provincies, Friesland en Flevoland uitgezonderd, hebben zo’n 180 tot 190 lokale partijen inmiddels de krachten gebundeld in 10 nieuwe provinciale partijen, in een nieuwe poging om straks voet aan de grond te krijgen in de Provinciale Staten. Drijvende kracht achter de ontwikkeling is Bert Euser, ict-ondernemer, raadslid en voorman van een lokale partij in Albrandswaard.
Dat de lokale partijen die aan de basis staan van de nieuwe provinciale groeperingen bezig zijn aan een flinke electorale opmars, staat inmiddels wel vast. Door hun succes kunnen lokale afdelingen van VVD, PvdA, of CDA bij gemeenteraadsverkiezingen niet langer automatisch achteroverleunen als de landelijke partij het op dat moment in de Tweede Kamer goed doet. De kans dat ze kunnen meeliften op Haags succes is nog steeds reëel, maar het feestje kan flink worden verstoord door een populaire, lokale concurrent.
„Geuzen”, noemt Euser de leiders van deze lokale partijen in zijn in 2009 verschenen boek ”Lokale leiders”; „patriotten”, die de zeggenschap over de lokale gemeenschap willen terugveroveren op een vastgeroest gemeentebestuur. In ”Geuzen aan de macht”, net van de pers gerold, constateert hij dat zeventig door hem geïnterviewde wethouders van lokale partijen daar inmiddels heel goed in geslaagd zijn. „Hun onconventionele en onorthodoxe aanpak werpt vruchten af.”
De 66-jarige Euser deed in 2011 als voorman van het Platform Lokale Partijen Zuid-Holland een vergeefse gooi naar een Zuid-Hollandse Statenzetel en raakte in datzelfde jaar betrokken bij de oprichting van Nederland Lokaal, dat in 2012 tevergeefs meedeed aan de Tweede Kamerverkiezingen. Na deze mislukking ging Nederland Lokaal tijdelijk verder als netwerkorganisatie. „Deze netwerkorganisatie faciliteert de vorming van de nieuwe provinciale partijen die momenteel gaande is”, legt Euser, die voorzitter is, uit. Terzijde: hetzelfde Nederland Lokaal doet bij de komende Statenverkiezingen in Zuid-Holland ook mee als nieuwe provinciale partij.
Projecten
Het beginsel- en verkiezingsprogramma van Nederland Lokaal, opgesteld voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012, spreekt duidelijke taal: de overheid in Nederland maakt er een potje van. Miljoenen worden er verspild aan megalomane projecten, zoals de Betuwelijn, de hsl of het elektronisch patiëntendossier. Communicatie- of ict-systemen voor de crisisdiensten, de Belastingdienst of het UWV functioneren niet. Om het overheidsbeleid inzake onderwijs, zorg en sociale zekerheid uitgevoerd te krijgen, is een oerwoud aan uitvoeringsorganisaties opgericht, die jaarlijks miljarden aan overheidsgeld uitkeren, zonder fatsoenlijke controle. Van alle systeemfouten die Nederland Lokaal constateert, is er één cruciaal: het aansturen van Nederland gebeurt momenteel te centraal.
„Ook lokale overheden”, zo stelt het verkiezingsprogramma uit 2012, „zijn voortdurend bezig om zichzelf met prestigeprojecten belangrijk te maken. Veel te grote en te dure stadhuizen spannen daarbij de kroon.” Op de vraag hoe dat heeft kunnen gebeuren, geeft het beginselprogramma het antwoord: „Ook de plaatselijke afdelingen van landelijke partijen, zoals VVD, PvdA en CDA, die vaak met een heel kleine groep leden de lokale politiek beheersen, hebben op hun gemeentelijk niveau jarenlang alles centralistisch geregeld en bestuurd.”
Gemeentebesturen hebben meer autonomie nodig, zodat ze niet langer aan de leiband hoeven te lopen van Den Haag, stelt Euser. „En ze moeten de burger beter bij hun beleid betrekken.” De basis voor die veranderingen kan alleen worden gelegd in Den Haag. Bijvoorbeeld in de Eerste Kamer, waar kabinetten de laatste jaren vaak een wankel draagvlak hebben en waar de steun van kleine partijen soms broodnodig is om nieuwe wetgeving mogelijk te maken. Euser: „En omdat de Eerste Kamerleden worden gekozen door Provinciale Staten is het zaak dat we daar na 18 maart goed vertegenwoordigd zijn. Van daaruit kunnen we alle wetten die de centralistische en bureaucratische bestuurcultuur verder versterken, via de Eerste Kamer blokkeren. Ik denk dat een twee- of driekoppige fractie van Nederland Lokaal in de Senaat al een belangrijke hindermacht kan zijn.”
Pakkende, simpele voorbeelden die aantonen hoe nadelig de Nederlandse bestuurscultuur uitpakt voor de burger zijn er volgens Euser volop. „In de campagne zullen we die ook geven. Het afgelopen jaar is het Rijk voorzichtig begonnen om gemeenten een aantal zorgtaken in de maag te splitsen. Maar als het verzorgingshuis in het dorp als gevolg van Haagse wetgeving moet sluiten, staat de gemeente vaak machteloos. Gemeenten gaan niet over de vraag of iemand naar een verpleeghuis mag. Lokaal afwijkende beleidskeuzes maken en de belastingen verhogen om die te bekostigen, mag ook niet. En wat dacht je van het onderwijs? Een schooltje dat onder de opheffingsnorm komt, moet dicht. Of een gemeente het daarmee eens is of niet.”
Toeval
Campagne voeren én staatkundige vernieuwingen beloven; nieuwe, onafhankelijke politieke groeperingen lijken het aan hun stand te zijn verplicht. De Partij Nieuw Limburg beloofde al in 1995 de Kieswet zo aan te passen dat er voortaan meteen nieuwe verkiezingen gehouden konden worden zodra een meerderheid van Provinciale Staten geen vertrouwen meer zou hebben in het college van gedeputeerde staten. „Dergelijke revolutionaire toezeggingen maskeren vaak dat het ontstaan van zulke partijen nogal eens berust op toeval”, zegt Conny van Gremberghe, oud-verslaggever van de Provinciale Zeeuwse Courant. Hij verwijst naar de Partij voor Zeeland, een al bestaande, Zeeuwse partij die in 1999 voor het eerst met 4 zetels in Provinciale Staten kwam. „Die partij was een voortzetting van de Zeeuws-Vlaamse Volkspartij, ooit opgericht omdat het CDA in 1995 had verzuimd zijn Zeeuws-Vlaamse kandidaten hoog op de kieslijst te zetten. Na intern krakeel is de toenmalige lijsttrekker een nieuwe partij, Provinciaal Belang Zeeland (PBZ), begonnen, en momenteel valt het overblijfsel al ruziënd uit elkaar.”
Bij de komende Statenverkiezingen krijgen de Partij voor Zeeland en de PBZ concurrentie van nog een derde provinciale partij: Zeeland Lokaal. Het is een zusterpartij van Nederland Lokaal in Zuid-Holland, die nauwe contacten onderhoudt met de netwerkorganisatie Nederland Lokaal van Euser. Van Gremberghe: „Zij hebben zichzelf in een paar maanden tijd op de kaart gezet en vormen een bont gezelschap. Op dit moment proberen ze zich vooral neer te zetten als anti-achterkamertjespartij. Kansloos acht ik ze overigens zeker niet. Sterker nog, ik sluit niet uit dat ze zo twee, drie zetels halen. Op hun kandidatenlijst staan meerdere kopstukken van lokale partijen die bij gemeenteraadsverkiezingen zo 2000 à 3000 voorkeurstemmen halen. Lokale stemmenkanonnen naar voren schuiven en de Partij voor Zeeland leegeten; dat lijkt op dit moment hun belangrijkste tactiek.”
Backoffice
„Ik ben een saaie, hervormde jongen uit Kamperland”, pareert Mark Faasse, vastgoedondernemer en lijsttrekker van Zeeland Lokaal, bedachtzaam. „Sommige dorpsgenoten kijken me met de nek aan, omdat ze vinden dat ik in een te groot huis woon en in een te grote auto rijd.” Faasse kent Euser niet persoonlijk, maar voelt zich wel diens geestverwant. „Veranderingen in de bestuurscultuur zijn inderdaad dringend noodzakelijk, ook hier in Noord-Beveland.”
Met zijn partij Betrokken Noord-Beveland (BEN) werd Faasse bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Noord-Beveland de grootste. Hij begon de partij na een reeks ergernissen over de Noord-Bevelandse bestuurscultuur. Doorslaggevend was de komst van een mega-ALDI in het Noord-Bevelandse dorpje Wissenkerke.
„Terwijl de middenstand van Noord-Beveland alleen maar leeuwen en beren zag, deed het college ALDI zo’n beetje de hele procedure cadeau, inclusief de planschadevergoeding en de parkeerplaatsen. Noord-Bevelands Belang, een andere lokale partij, werd effectief kaltgestellt en de middenstanders zelf deden er het zwijgen toe, uit vrees dat publieke protesten zich later weleens tegen hen zouden kunnen keren. Ik dacht: Nu is het mooi geweest.”
Na de verkiezingen zou er onder leiding van Zeeland Lokaal een bezinning op gang kunnen komen over de rol van de provincie, oppert Faasse. „Als bestuurslaag is de provincie nu een beetje vlees noch vis. Steeds meer overheidstaken die voorheen bij de provincie lagen, komen bij de gemeenten terecht. Ik zou zeggen: Haal de bezem eens door het provinciehuis en vervang de afdelingen voorlichting en kunst en cultuur door goede ict’ers. In plaats van gemeenten in het vaarwater te zitten, zou de provincie veel meer een backoffice moeten zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van ict.”
Dat Zeeland Lokaal na de Statenverkiezingen zal aanhaken bij de Onafhankelijke Senaats Fractie (OSF) in de Eerste Kamer, die met name drijft op de Fryske Nasjonale Partij, ligt volgens Faasse niet voor de hand. „Het streven is om vanuit Nederland Lokaal met een nieuwe Senaatsfractie te komen. Daar haken we bij aan.”
Bijzonderheden over die fractie zegt Euser nog niet te kunnen geven. „Na 18 maart bekijken we eerst welke provinciale partijen het beste hebben gescoord. Mede aan de hand daarvan bepalen we straks de kandidatenlijst.”