Premier Irak geeft startsein offensief tegen Tikrit
BAGDAD (AP). De Iraakse premier Haider al-Abadi heeft zondagavond het startsein gegeven voor een offensief om de provincie Salahudin te ‘bevrijden’. Eerder gaf hij tribale soennitische strijders in de provinciehoofdstad Tikrit een ‘laatste kans’ om zich los maken van de extremistische groep Islamitische Staat.
Tikrit, 130 kilometer ten noorden van Bagdad, viel afgelopen zomer in handen van IS. Sjiitische milities en Iraakse strijdkrachten liggen klaar voor de aanval, maar een inval van sjiitische strijders in de soennitische stad kan leiden tot een herhaling van de bloedige straatgevechten die volgden op de Amerikaanse invasie in 2003.
„Ik roep degenen die zijn misleid of zich hebben vergist de wapens neer te leggen en zich aan te sluiten bij hun mensen en de veiligheidstroepen om hun steden te bevrijden”, zei Al-Abadi in Samarra, 95 kilometer ten noorden van de Iraakse hoofdstad. Volgens het bureau van de premier is hij in Samarra om ‘toe te zien op de operatie om Tikrit van terroristische bendes te bevrijden’.
Het Iraakse leger deed eind juni ook al een poging om Tikrit te heroveren, maar dat offensief liep al snel vast. Andere operaties van het leger, dat onder de eerste aanval van IS al snel bezweek, waren evenmin succesvol, met uitzondering van de herovering van de raffinaderij bij Beiji dankzij luchtaanvallen door een door de Verenigde Staten geleide coalitie.
Tikrit is een van de grootste steden die in handen zijn van IS. Het ligt aan de weg naar Mosul, de een na grootste stad van Irak die ook in handen is van de extremistische groep. Voordat Mosul kan worden heroverd, moet eerst Tikrit worden ingenomen.
De oproep van Al-Abadi was gericht tot voormalige leden van de verboden Baath-partij, aanhangers van wijlen Saddam Hussein die zich bij IS hebben aangesloten, en andere soennieten die zich gekrenkt voelen door de overwegend sjiitische regering in Bagdad. Veel soennieten zijn toch geschrokken van de gruweldaden van de extremisten.
Het geweld in Irak heeft in februari aan zeker 1100 mensen het leven gekost, meldde de Assistentiemissie van de Verenigde Naties in Irak zondag. Onder hen waren meer dan zeshonderd burgers. VN-gezant Nickolay Mladenov wijt de doden aan ‘dagelijkse terroristische acties’ van IS, maar ook aan wraakacties door gewapende groepen in gebieden die van IS bevrijd zijn.