Kerk & religie

Zending HHK Suriname vindt plaats in geestelijk donker gebied

Kadoem... Kadoem... Kadoem... Een zware dreun rolt in een eindeloos refrein over de weg. De sjamaan, de toverdokter van Klein Powakka in Suriname, laat zich luidruchtig inwijden. Zijn overbuurman, ds. Ammiël Meuleman, hoort het bezorgd aan. „Dit is een erg duister gebied.”

27 February 2015 16:45Gewijzigd op 19 February 2021 16:54
Indiaan. beeld Gerard ten Voorde
Indiaan. beeld Gerard ten Voorde

Een warme windvlaag ruist door de toppen van de palmbomen. De temperatuur schommelt rond de 33, 34 graden. Tropisch warm. Langs de doorgaande weg naar het zuiden, een dik halfuur rijden vanaf Paramaribo, doemt een klein gehucht op.

Klein Powakka. Een handvol huizen, een kloek kerkje. Golfplaten op het dak, straatklinkers op de vloer. De houten wanden zijn zachtgeel geschilderd, de deuren lichtblauw. Vrolijke combinatie. De wind waait door de open ramen naar binnen. Dola, de zendingshond, blaft.

Voor de raamopeningen –links en rechts– zit kippengaas. Ook om vleermuizen te weren. Kerkgangers kunnen zwaar, opgerold plastic voor de ramen laten zakken tegen tropische regenbuien. „Als het regent, kan ik wel stoppen met preken”, zegt ds. A. Meuleman, wijzend naar het golfplaten dak. „Dan ben ik niet meer te verstaan.”

Afscheiding

Ds. Meuleman (35) is met z’n vrouw Hellen (41) en vier kinderen Willem (5), Mark (3), Gerald (2) en Rick (0) oktober vorig jaar neergestreken in Klein Powakka, een zendingsproject van de Hersteld Hervormde Kerk. Het kleine indianendorp in Suriname telt honderd inwoners en drie kerken.

Klein Powakka is een afscheiding van Groot Powakka, een dorp pakweg 5 kilometer verderop. Een ruzie onder de Arawakindianen heeft ooit geleid tot een splitsing. Klein Powakka is nu een verwesterd dorp, Groot Powakka een meer traditionele gemeenschap.

De HHK heeft de zendingspost in Suriname vijf jaar geleden overgenomen van de Orthodox Presbyterian Church (OPC) uit de VS. De Amerikaanse gemeente slaagde er niet in een Nederlandstalige zendingswerker te vinden.

Na een kennismaking van drie maanden met Suriname in 2013 en een officieel beroep was uitzending voor ds. Meuleman niet vanzelfsprekend. Hij had zijn drie weken bedenktijd nodig. „Laat ik eerlijk zijn: Ik heb de Heere een lijstje voorgelegd met wat er in drie weken tijd allemaal geregeld zou moeten worden voor Suriname”, zegt hij met een glimlach: „Dit moet allemaal afgewerkt.”

Ds. Meuleman blikt verwonderd terug. „In twee weken tijd nam de Heere alle zorgen weg. Zomaar. Wonderlijk. Het lijstje heb ik in de prullenmand gegooid. En ik heb het beroep met vrijmoedigheid aangenomen.”

Ds. Meuleman spreekt niet direct van een roeping naar Surináme. „Ik heb altijd gezegd: Waar de Heere mij roept, zal ik gaan. Ik weet niet wáár dat is. Ik had nooit aan Suriname gedacht. Ik denk dat niemand daar direct aan denkt. Suriname telt veel zendelingen. En voor Nederlanders is het misschien wel te bekend.”

Stropdas en sandalen

De overgang van Nederland naar Suriname is groot. „Alles is anders. Het is hier vaak warm en klam. In de regentijd regent het ook echt ongeveer de hele dag. De luchtvochtigheid schommelt rond de 80 procent. Ik doe hier geen stropdas om”, glimlacht de dominee, met een paar sandalen aan z’n voeten.

Een elektriciteitsnet en stromend water ontbreken. Evenals internet. De familie Meuleman moet met een generator stroom opwekken om zichzelf van elektriciteit te voorzien. „Dat kost een vermogen aan brandstof.” Zonder stroom geeft het Johannusorgel in de woonkamer echter geen kik. En de koudwaterwasmachine en de waterpomp ook niet.

De zendingspredikant maait met zijn armen langs z’n hoofd. Ongedierte belaagt hem. „We hebben hier veel muggen.” Z’n vrouw blikt bezorgd om zich heen. „Er zitten hier ook slangen in het gras, gevaarlijke slangen. En de jongens klauteren overal in en op.” De buurman heeft pas een jaguar geschoten die stiekem zijn eenden opat.

Koekje

Het zendingswerk in Suriname vindt plaats op twee locaties: Powakka en Paramaribo. In het inheemse dorp organiseert de zendingswerker kerkdiensten, catechisatie, zondagsschool, Bijbelkringen en bezoeken aan huis. In Paramaribo houden de jeugdwerker en de leerkracht van de zendingspost ’s zondagsmiddags en op dinsdag kinderclub. „Voor de kinderen is het belangrijkste dat ze zomaar een koekje krijgen.”

De kerkdiensten trekken zondags pakweg twintig, dertig mensen. De liturgie doet sterk denken aan een Nederlandse dienst. Votum, groet, samenzang, preek, zegenbede. „Omdat we maar één dienst hebben, lezen we én de wet én de geloofsbelijdenis. Daarmee komen de drie elementen, geloof, gebod en gebed, in één dienst aan bod.”

Bezoekers krijgen allemaal een liedbundel. Hannekie Coster kruipt voor in de kerk achter het Yamahakeyboard. Op een tafel ligt een stapeltje Bijbels in de Herziene Statenvertaling. Twee grote, gele plakkaten voorin geven de samenvatting van de wet en de Twaalf Artikelen. Een krijtbord meldt het thema van de preek. Met drie punten.

Een vlinder fladdert langs het kippengaas. Het keyboard zet in. ”Leer mij Uw weg, o Heer”. Hoe toepasselijk. „…Hoe sterk ook satans macht, Jezus geeft licht en kracht, ieder die Hem verwacht…” Het gezang waaiert door de open ramen naar buiten. Of de toverdokter van de overkant het gezang hoort, blijft onduidelijk. Jongeren en ouderen luisteren geboeid. Een van de kleinsten sukkelt in z’n buggy in slaap.

De gemeente zingt vóór de samenkomst gezangen en tijdens de dienst psalmen in ritmische toonzetting. „Ieder kerkgenootschap zingt hier in Suriname gezangen. De bevolking is daar heel erg aan gehecht, dat zit helemaal ingebakken in hun cultuur.”

Slapen in de kerk

De inheemse bevolking van Powakka bestaat uit vriendelijke, bescheiden mensen. „Zo bescheiden dat je er soms weinig mee kunt. Men lacht niet snel, men huilt niet snel. Mensen tonen weinig emoties. Je weet niet goed wat er zich in hen afspeelt. Best lastig.”

Veel dorpsbewoners zijn rooms-katholiek opgevoed. „Sommigen weten veel van de Bijbel en hebben ook veel vragen. Anderen weten weinig en hebben soms nauwelijks vragen. Net als in Nederland. Ook hier wordt er in de kerk geslapen én goed geluisterd.”

De zendingspredikant moet zijn preek afstemmen op het niveau van de luisteraars. „Een stevige, exegetische preek landt hier niet. Ik ben ook gestopt met de catechismus en het Kort Begrip. Ik vertel tegenwoordig een spannend Bijbelverhaal, met een toepassing op het leven van de kerkganger. Heel basaal.” In eenvoudige bewoordingen vertelt ds. Meuleman over de roeping van Abraham om Izak te offeren.

Ook al is Suriname Nederlandstalig, toch levert de taal een barrière op. „De mensen spreken het Sranantongo, denigrerend neger-Engels genoemd. Maar ook het Surinaams-Nederlands wijkt in de klank, maar ook in veel andere dingen van het Nederlands af. Dat is erg wennen.”

Ds. Meuleman, die in Nederland een cursus Sranantongo heeft gevolgd, overweegt om binnenkort in de Creoolse taal te gaan preken. „Een kerk kan alleen wortelen als bezoekers in hun eigen taal horen preken. Dan gaat er een wereld voor hen open. Ik ben ervan overtuigd dat de kerk zich moet aanpassen aan de plaatselijke omstandigheden. Niet andersom.”

Toverdokter

Kadoem… kadoem… De doffe dreun blijft over de weg rollen. De zendingspost bevindt zich in een geestelijk duister gebied. De invloed van satanisten via de sjamaan is groot. „Zo’n toverdokter kan zomaar uitspreken dat iemand ziek is geworden door de schuld van een ander in het dorp. Dergelijke uitspraken geven grote spanningen in de gemeenschap.”

De aanwezigheid van de geestelijke machten is soms bijna tastbaar, vertelt ds. Meuleman. „Ik had dat nooit zo ervaren. Maar de eerste én de tweede keer dat we hier kwamen, overviel me ineens zó’n moedeloosheid. Ik zakte als een pudding in.”

De zendingswerker wijst op de kracht van de boze machten. „Daar gaat een zekere dreiging van uit. Dit is een duister gebied. De zelfverklaarde toverdokter trekt veel mensen. Ik zie bussenvol langskomen. Wij kunnen daar weinig tegen doen”, legt ds. Meuleman uit. „Wij bidden of God het werk van de boze wil verbreken.”

Godsdienstig

Suriname is alleszins als godsdienstig. Volgens statistieken belijdt pakweg de helft van de Surinamers het christelijk geloof, waarvan rooms-katholieken en protestanten elk 20 procent voor hun rekening nemen. De aantallen nemen bovendien toe.

De vraag is waarom het zendingswerk zich juist richt op een land waar Bijbelgetrouwe gemeenten een grote rol spelen in de samenleving. „De zendingscommissie heeft altijd gezegd: Wij gaan werk doen dat op ons pad komt. Als er een deur wordt geopend, nemen wij die roeping op ons. De Amerikaanse OPC had moeite Nederlandstalige werkers te vinden en heeft de HHK gevraagd het werk hier over te nemen. Zo is deze post tot stand gekomen.”

Gedegen zendingswerk is niet overbodig. Surinamers kennen meer dan eens een zekere oppervlakkigheid in hun geloofsbeleving, zo is de ervaring van ds. Meuleman. „Op de vraag: Wie is de Heere Jezus voor je, antwoorden ze: „Alles.” Op de vraag: Doe je zonde, zeggen ze: „Soms.” Bij het vliegveld Zanderij staat een bord: „Zolang jij Jezus vasthoudt, houdt Hij jou vast.” Dat is de godsdienst van Suriname.”

De zendingspredikant wil hen ook graag wezenlijke, verdiepende noties uit Schrift en belijdenis meegeven. „Bijvoorbeeld de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid uit de catechismus. Zodat ze de Heere Jezus ook écht leren kennen.”

In talloze landen ontbreekt het Woord echter volledig. Ligt zendingswerk op dergelijke plaatsen niet meer voor de hand? „Soms bekruipt mij die gedachte ook”, geeft ds. Meuleman eerlijk toe. „Klein Powakka telt 100 inwoners en drie kerken, Groot-Powakka 600 mensen. Wat doen wij hier?”

De zendingswerker wijst er echter op dat in vrijwel elk land ter wereld wel een waarheidsgetrouwe prediking is geweest. „Ik werd zelf bemoedigd door een preek van Spurgeon over de gelijkenis van het verloren schaap. Spurgeon zegt: Dit is een zéndingverhaal van de Heere Jezus. We moeten niet alleen naar de grote aantallen kijken, maar ook naar dat ene verloren schaap.”

Vrucht

Nederland telt ook een grote Surinaamse gemeenschap. Zendingswerkers hoeven daarom niet 7500 kilometer af te leggen naar Suriname, maar kunnen ook om de hoek in Nederland aan de slag. „Dat is zeker waar. De Hersteld Hervormde Kerk is daarom ook actief in de Bijlmer. Daar wonen echter alleen zwarte Surinamers, de creolen, maar weinig inheemsen. Die bereik je veel moeilijker.”

Toch is hij niet zonder hoop. „Wij geloven zeker dat de Heere hier zal werken. De Heere zal de volken tellen. Hij zal ze voegen in Sion. Wij mogen het Woord zaaien. De Heilige Geest zal voor de vrucht zorgen. Ik geloof zeker dat Zijn werk vrucht zal dragen. Ook in Suriname.”


Op hun post

Mijnske Boonzaaijer uit Vreeland (bij Breukelen) heeft eind vorig jaar drie maanden de zondagsschool in Klein Powakka en Paramaribo voor haar rekening genomen. Bidden, zingen, een vertelling en een verwerking. En natuurlijk een spelletje doen. „De tieners lezen zelf uit de Bijbel en beantwoorden daarna vragen. Sommigen komen voor de gezelligheid, anderen omdat ze echt vragen hebben. Mooi werk”, vindt Mijnske. „Jongeren in de stad zijn opener, maar oppervlakkiger. In Klein Powakka zijn ze geslotenener, maar diepgaander.”

Hannekie Coster uit Staphorst geeft ’s ochtends les aan de oudste twee kinderen van de zendingswerkers. „Een voorrecht om schoolwerk met zendingswerk te combineren”, zegt Hannekie. ’s Middags helpt ze mee met het jongerenwerk op de post of in Paramaribo. „Het mooiste is dat ik mag werken in het Koninkrijk van God. Je kunt een boodschap kwijt aan de jongeren. Ze kómen, ook om het Woord van God. Soms mag je mooie gesprekken hebben over de belangrijkste dingen in het leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer