Hij ziet op het gebied van de-radicalisering dat er bijvoorbeeld in Marokkaanse gevangenissen interessante dingen gebeuren. „Wellicht kan het onderwijs dat hier wordt gegeven ook interessant zijn voor ons”, aldus Koenders. Hoe de uitwisseling concreter vorm gaat krijgen, moet nog worden uitgewerkt. „We doen al veel samen, bijvoorbeeld aan uitwisseling van informatie. We werken elk op onze eigen manier, het zijn twee heel verschillende rechtsstaten. Maar we kunnen van elkaar leren”, aldus Koenders.

In zijn gesprek met Mezouar is ook gesproken over militair ingrijpen in Libië, zoals Italië voorstaat. „Maar we zijn het erover eens dat er geen simpele militaire oplossing is voor het probleem, alleen een politieke”. Hij denkt daarbij aan de vorming van een regering van nationale eenheid. „Als er zo’n regering komt, zou je die kunnen steunen in de strijd tegen IS.”

Koenders is de eerste Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken in zeven jaar die Marokko bezoekt. Dat was nodig omdat de verhoudingen tussen beide landen onder druk kwam te staan nadat vorig jaar Nederland had besloten het socialezekerheidsverdrag eenzijdig op te zeggen. Marokko wil van die aanpassing niets weten en dreigt met tegenmaatregelen. „Maar ik denk dat beide partijen eruit willen komen, en ik denk ook dat dat snel gaat lukken.” Koenders kan niet toelichten hoe de twee partijen nader tot elkaar kunnen komen, „maar ik ben er optimistisch over”.