Kerk & religie

Meer oog voor inbreng van vrouwen in kerken

Vrouwen domineren de kerkenraden, gebedsgroepen, Bijbelstudiegroepen en zondagsscholen, fulmineerde de Amerikaanse journalist Kenneth Woodward enkele decennia geleden. De feminisering van de kerk, zoals hij die beschreef, typeert op dit moment ook de cultuur in veel Nederlandse kerken. Herkent de rechterflank van de gereformeerde gezindte iets van deze ontwikkeling?

Eunice Hoekman-van Stuijvenberg

14 February 2015 19:16Gewijzigd op 15 November 2020 16:43
Drs. Anneke Kloosterman-van der Sluys. Beeld CHE
Drs. Anneke Kloosterman-van der Sluys. Beeld CHE

Koffiedrinken, praten en nog meer praten. Activiteiten in de kerk, schrijft psychologe Aukelien van Abbema in haar boek ”Single in de kerk”, zijn vaak activiteiten waar de meeste vrouwen zich meer bij thuis voelen dan de meeste mannen. Haar waarneming staat niet op zichzelf. Vanuit verschillende hoeken van de kerk wijzen mensen van tijd tot tijd op de voortgaande vervrouwelijking, of dat nu de softe, vriendelijke kerkcultuur betreft of „het plaatsen van vrouwelijke geloofservaringen boven die van mannen.” Het begrip feminisering wordt daarbij op verschillende manieren geïnterpreteerd en omschreven. Feminisering gaat ook en vooral over de toename van het aantal vrouwen op de kansel en in de kerkenraad – al dan niet door een gebrek aan mannen, een ontwikkeling die tot dusver voorbijgaat aan de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Maar geldt dat ook voor andere vormen van feminisering?

De statistische jaarbrief 2014 van de Protestantse Kerk in Nederland gaf vorig jaar op dit punt een mooi inkijkje. Vrouwen, zo bleek, leggen beduidend veel vaker belijdenis van het geloof af dan mannen. De schrijvers kwamen dan ook tot een stevige conclusie: belijdenis doen is in de Protestantse Kerk vooral een zaak van vrouwen. Van de 4174 mensen die belijdenis deden, was 56 procent vrouw en 44 procent man. In de Gereformeerde Gemeenten lagen de percentages in dat jaar op respectievelijk 52 en 48, maar in voorgaande jaren was de verhouding eveneens min of meer scheef. In 2006 vormden de vrouwen 55 procent van het totaalaantal. Van verdergaande feminisering in het kerkverband lijkt echter geen sprake, denkt J. H. Mauritz, directeur van de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) van de Gereformeerde Gemeenten en ambtsdrager in de gereformeerde gemeente van Woerden. „Ik heb geen aanwijzingen dat de situatie sterk aan het veranderen is.” Het aandeel mannelijke en vrouwelijke cursisten aan de CGO is al jaren hetzelfde. Zo’n driekwart is man.

Andere kerkverbanden, zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Hersteld Hervormde Kerk, houden niet bij hoeveel vrouwen dan wel mannen belijdenis doen.

Pastoraat

Wanneer de algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond drs. P. J. Vergunst in het najaar van 2014 in een artikel in De Waarheidsvriend de vinger legt bij de groeiende feminisering in de Protestantse Kerk, wijst hij er onder meer op dat vrouwen zichtbaarder worden op verantwoordelijke posten. Aart Peters, gemeenteadviseur in de Protestantse Kerk, ziet dezelfde ontwikkeling, zegt hij desgevraagd. Vrouwen nemen naar zijn waarneming in de breedte van de kerk steeds vaker een sleutelpositie in. De vraag is of deze feminisering ook op enige manier zichtbaar wordt in kerken waar het ambt voorbehouden is en blijft aan mannen. Of vrouwen vaker de leiding nemen, in commissies en in het jeugdwerk.

Volgens Peters heerst er op de Veluwe, waar hij werkt en kerkt, in het algemeen nog een mannencultuur, „zeker in bestuurlijke gremia.” Wel ziet hij –ook hier– meer vrouwen op sleutelposities, vooral op het terrein van de psychopastorale hulpverlening. Het gaat hierbij om specifieke vormen van pastoraat in aanvulling op het reguliere pastoraat, zoals hulpverlening na incest. Ook in catechese en kringwerk lijken vrouwen vaker een leidende positie in te nemen, bijvoorbeeld omdat zij een opleiding tot kerkelijk werker hebben gevolgd.

Vrouwen krijgen meer inspraak in beleidscommissies zoals de jeugdraad of de evangelisatiecommissie, bemerkt ook Teunie van de Water-Luijk, voorzitter van Persis, platform voor vrouwelijke kerkelijk werkers binnen de Gereformeerde Bond. „Overigens verschilt deze situatie per plaats. Er zijn gemeenten waar de vrouw al langer een volwaardige plek had en niet alleen de uitvoering op zich nam. Want dat zag je nogal eens: zij werd wel ingeschakeld, maar mocht niet meedenken.” Meedenken moet mogelijk zijn, vindt Van de Water, die lid is van de hervormde gemeente in Nijkerk. „Zolang de eindverantwoordelijkheid maar bij het ambt blijft.”

Evenwichtig

Drs. Anneke Kloosterman-van der Sluys, theologiedocent aan de Christelijke Hogeschool Ede en lid van de Hersteld Hervormde Kerk, bespeurt in haar kerkverband een mannencultuur noch feminisering. Het aandeel mannen en het aandeel vrouwen in het jeugdwerk is volgens haar „behoorlijk evenwichtig.” Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon, stelt ze. „In het onderwijs aan de kinderen participeerden altijd al vrouwen. De zondagsschooljuf is van alle tijden. Ik denk wel dat er in de loop van de tijd meer vrouwen in de gemeenten zijn gaan participeren, maar volgens mij heeft dat niet te maken met feminisering –dat vrouwen taken op zich moeten nemen omdat er geen mannen beschikbaar zijn– maar met het feit dat er in de loop van de tijd meer niet-ambtelijke activiteiten in de gemeente zijn ontstaan, zoals het jeugdwerk, waarin ook vrouwen kunnen participeren.”

Op het gebied van het pastoraat ziet Kloosterman-van der Sluys evenmin een grote verschuiving. „Vanouds was de term pastoraat sterk verbonden met het ambt. De laatste tijd worden deze twee dingen vaker losgekoppeld. Gedeeltelijk zal er ook een verschuiving zijn in hoe dingen worden benoemd. Veel gemeenten kennen bijvoorbeeld bezoekdames. Dit bezoekwerk doen zij al sinds jaar en dag. Wellicht wordt zulk werk in sommige gemeenten nu pastoraat genoemd.”

Paulus

Bij een bezoek aan een kleine vergrijsde gemeente in het buitenland blijkt het trouwe overblijfsel van de kerkleden nogal eens uit (oudere) vrouwen te bestaan. Terugloop en vergrijzing zorgen er dan voor dat vrouwen gaandeweg de gaten opvullen die mannen laten vallen. „Ik kan me niet aan de indruk onttrekken”, zegt Kloosterman-van der Sluys, „dat feminisering en secularisatie iets met elkaar te maken hebben. De rechterflank van de gereformeerde gezindte wordt weliswaar geraakt door de secularisatie maar het ledental in de kerken blijft nog vrij constant. De conclusie zou kunnen luiden dat hier geen feminisering optreedt. Er blijven voldoende mannen beschikbaar. In ieder geval is het zo dat in een geseculariseerde omgeving vrouwen doorgaans als laatsten overblijven.”

Toch lijkt ook het tegenovergestelde waar. Vacatures in de kerk blijven soms lange tijd bestaan vanwege een gebrek aan animo. De oorzaak hiervan valt niet gemakkelijk vast te stellen. „Dertig, veertig jaar geleden”, zegt Van de Water-Luijk, „was het de hoogste roeping om iets te betekenen voor God en Zijn koninkrijk. Dat zie je nu toch minder.” Drs. Vergunst schreef in zijn opinieartikel: „De groeiende feminisering is vooral een appel aan mannen om hun verantwoordelijkheid te nemen, om verder te kijken dan werk, sport of hobby.”

Dat vrouwen bepaalde taken op zich nemen betekent volgens Van de Water-Luijk echter niet altijd dat er geen mannen voor deze taken te vinden zijn, „maar dat vrouwen hier visie en kwaliteiten voor hebben.” Zij duidt dit positief. „Mannen en vrouwen zijn geschapen in hun eigenheid en het is daarom goed dat ze elkaar in allerlei verbanden aanvullen. De man vanuit zijn leidende rol en de vrouw vanuit haar ondersteunende, uitnodigende rol.”

Van overmatige vervrouwelijking en massaal weglopende mannen is in elk geval geen sprake in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Wel lijkt er meer oog te zijn voor de waardevolle inbreng van vrouwen in de gemeente. Dat zorgt op veel plaatsen voor een extra vleug vrouwelijkheid in de kerk. Mannen en vrouwen hebben elkaar nodig in de gemeente. De kerkgeschiedenis laat dit zien. Bovendien spreekt de Bijbel op dit punt duidelijke taal. „Vanaf Paulus is er naar verhouding in het christendom veel ruimte geweest voor vrouwen”, stelt Kloosterman-van der Sluys. „De Heere Jezus werd door vrouwen gediend en ook Paulus kende vrouwen die hem in zijn bediening ondersteunden. Er wordt door feministen wel vaak negatief gedaan over de Paulusteksten over vrouwen, maar ten opzichte van die tijd is het juist heel bijzonder dat een vrouw een volwaardige plaats krijgt als lid van de christelijke gemeente. Met de man als hoofd, komt de vrouw het meest tot bloei.”


Feminisering Protestantse Kerk in Nederland

Sinds enkele jaren is gemakkelijk na te gaan hoeveel vrouwelijke predikanten de Protestantse Kerk in Nederland telt. In de zogenoemde ”statistische jaarbrief”, die in het voorjaar verschijnt, staat onder meer opgetekend hoeveel vrouwen in deze kerk de kansel beklimmen. De cijfers laten zien wat met de regelmaat van de klok in verschillende media wordt vastgesteld: de kerk vervrouwelijkt. Het aandeel vrouwelijke gemeentepredikanten loopt jaarlijks ongeveer met een half procent op. Inmiddels is ruim een kwart van het predikantenbestand vrouw. In 2006 was dat bijna 21 procent. De getalsverhouding in de beroepsgroep van predikanten is in snel tempo verschoven, concludeerde dr. H. de Leede in 2013 in een artikel in Geestkracht, bulletin voor charismatische theologie. „Terwijl nog steeds twintig procent van de PKN-gemeenten geen vrouwelijke ambtsdragers kent.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer