Binnenland

„Urker mannendracht is zwierig”

URK. Urkers in klederdracht. Een lust voor het oog voor oud-onderwijzer Puck van der Zwan (70) uit het vissersdorp. Gisteren werd bekend dat hij de Lelyprijs 2015 van het Prins Bernhard Cultuurfonds Flevoland won. Omdat hij de Urker dracht „weer helemaal op de kaart zette.”

J. Visscher
13 February 2015 17:01Gewijzigd op 15 November 2020 16:40
Van der Zwan. beeld RD, Anton Dommerholt
Van der Zwan. beeld RD, Anton Dommerholt

„Een verrassing”, noemt hij de toekenning van de prijs, een kunstwerk en 2500 euro, te besteden aan cultuur in Urk.

Van jongs af aan is Van der Zwan, telg uit een Noordwijks vissersgeslacht, geboeid door klederdracht. „Op mijn zestiende zocht ik thuis naar klederdrachtplaatjes tussen oude ansichtkaarten. Ik ontdekte dat mijn grootmoeder met oorijzer naar de kerk ging.”

Toen Van der Zwan in 1967 naar Urk kwam –waar hij zijn vrouw ontmoette–, was hij betrokken bij de oprichting van kinderkoor Klein maar Dapper. Hij was vijftien jaar dirigent. „Binnen een jaar kon ik alle kinderen in klederdracht krijgen. Moeders en bessies, grootmoeders, maakten de kleding. Zelf ben ik toen begonnen met het maken van zaken als oorijzers, hulpspelden, boezelhaakjes en broekstukjes.”

Ook de leden van het Urker vrouwenkoor De Lofstem, dat Van der Zwan van 1976 tot 2006 dirigeerde, hulden zich tijdens optredens op zijn advies in Urker kledij. „Zeker door die klederdracht werd ons koor jaarlijks zo’n tien keer gevraagd op te treden. In kleine kerkjes en bejaardentehuizen brachten we via geestelijke liederen het Woord. Bij iedere uitvoering organiseerden we een klederdrachtshow. Een vrouw van tachtig die bruidskleding demonstreerde. Het kon allemaal.”

Wat trekt u in de Urker kledingdracht?

„Het eigene, het pure. Ik geef sinds begin jaren tachtig cursussen en shows. Met de Urker klederdrachtgroep Urker Pracht sta ik bijvoorbeeld op de Eibertjesmarkt in Nunspeet. Over de Urker dracht zeg ik altijd: „De Parijse mode kan er niet tegenop.” De geplooide rok van de vrouwen gaat terug tot de zestiende eeuw. De mannendracht heeft elementen van de oude geuzendracht. Denk aan de wijde broek. Niet alleen Urkers, ook mannen uit Volendam en Marken droegen die. Vermoedelijk was zo’n broek handig op zee: als er zeewater op spatte, waren de vissers niet meteen kletsnat. De mannendracht is zwierig, onder andere vanwege de ajourkousen met een speciaal open motief. De vrouwendracht volgt de natuurlijke lichaamsvormen.”

Recent overleed de laatste Urker die nog dagelijks in klederdracht liep.

„Het ging om twee vrouwen die op dezelfde dag overleden. Hendrikje Koffeman-Korf en Dirkje Romkes-de Boer, destijds trouwe leden van De Lofstem. Ik vind het jammer, maar begrijpelijk dat klederdracht uit het straatbeeld verdwijnt. De stoffen voor de kleren zijn duur. Vroeger zaten vissers in klederdracht achter het roer van hun botter en kropen ze in dezelfde kleren thuis achter de kachel. Nu zou die kleding in onze goed verwarmde huizen veel te benauwd zijn.

Toen ik in 1967 naar Urk kwam, was de Urker dracht op zijn retour. Men vond die maar ouderwets. Gelukkig is de belangstelling weer toegenomen. Op de jaarlijkse Urkerdag lopen veel Urkers in dracht. Zelf loop ik elke zondag in het Urker. Een jaar of tien geleden besloot ik als ouderling van de christelijke gereformeerde Maranathagemeente Urker kleren te gaan dragen. Als een kleine herinnering aan de dagen vanouds, toen er op het eiland Urk nog geen sprake was van confectiekostuums als ambtskleding.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer