Varoufakis vangt nog bot in het hol van de leeuw
De Griekse minister van Financiën, Yanis Varoufakis, had woensdagavond zijn vuurdoop in Brussel, waar hij met zijn collega’s uit de achttien andere eurolanden deelnam aan een spoedoverleg over de schuldpositie van zijn land. De Grieken eisen verlichting van die schuld, de rest van de eurozone wil vooral dat Athene de bestaande afspraken nakomt. Zes vragen.
Hoe is het gegaan?
Zoals verwacht kwamen de partijen nog niet tot elkaar. De gesprekken verliepen zelfs zo moeizaam dat er niet eens een akkoord kon worden bereikt over een slotverklaring. Dat is ook niet zo vreemd. Nadat Varoufakis enerzijds en de ministers van Financiën van de overige eurolanden anderzijds de afgelopen weken van alles riepen in de media, spraken ze woensdagavond pas voor het eerst met elkaar. Direct een deal is dan te veel gevraagd.
Er is bovendien nog tijd. Pas op 28 februari loopt het huidige steunprogramma voor Griekenland af en komt het land zonder nieuwe steun financieel droog te staan. Om voor die tijd een akkoord te bereiken is het wel van belang dat er de komende dagen spijkers met koppen worden geslagen. Om te beginnen komende maandag, als de eurogroep opnieuw bijeen is. Ook zullen donderdag, tijdens een top van regeringsleiders en staatshoofden in Brussel, de nieren van de Griekse premier Tsipras worden geproefd.
Wat willen de Grieken precies?
Dat blijft een beetje gissen. Allereerst omdat we niet precies weten wat ze woensdagavond op tafel hebben gelegd. Maar ook omdat wat er tot nog toe vanuit Athene in de media is geëist nogal aan verandering onderhevig is geweest. Was die eis aanvankelijk niets minder dan kwijtschelding van een deel van de schuld, inmiddels lijkt het Athene vooral te gaan om verlichting van de voorwaarden waaronder die schuld moet worden terugbetaald. Bijvoorbeeld door de mate van aflossing te koppelen aan de groei van de Griekse economie. Of door de rente verder te verlagen en de looptijd op te rekken. Sowieso willen de Grieken af van het huidige hulpprogramma, waarin leningen gebonden zijn aan strenge voorwaarden rond hervormingen en bezuinigingen. Ze willen dit programma heronderhandelen, zodat ze minder hoeven te besparen, en vragen tot die tijd een overbruggingskrediet. Tussendoor stelde Tsipras ook nog dat zijn land 162 miljard euro aan herstelbetalingen van Duitsland te goed heeft voor de bezetting door de nazi’s.
Wat willen de overige eurolanden?
Die houden tot nog toe het front gesloten. Wat hen betreft zijn er met de vorige Griekse regering afspraken gemaakt, waaraan de nieuwe regering zich zal moeten houden. Pas als dat gebeurt, ligt de weg naar een verlenging van het steunprogramma open.
Vooral de Duitse minister van Financiënm Schäuble, zit er fel in. Niet alleen omdat veel Duitsers het beu zijn steeds de portemonnee te moeten trekken voor de Grieken, ook de opmerkingen over de herstelbetalingen zijn er aangekomen als een schoffering.
Maar ook voor veel andere landen is de onderhandelingsruimte beperkt. Iedereen begrijpt dat wanneer de bezuinigingsriem voor de Grieken een tandje losser mag, die roep ook in landen als Spanje, Portugal en Ierland zal klinken. De huidige Spaanse regering zit daar, met verkiezingen op komst, niet op te wachten. Dat is ook dé grote kwestie: de Grieken eisen schuldverlichting en wijzen daarbij op hun zojuist verkregen democratische mandaat. Maar de 18 landen die de schuldverlichting moeten financieren, hebben ook te maken met een mandaat.
Hoe staat Nederland erin?
Kabinet en Kamer spraken woensdag over de kwestie. Premier Rutte suggereerde dat er voor de Grieken weinig manoeuvreerruimte is. Afspraak is volgens hem afspraak en schuldverlichting noemde hij „niet denkbaar.” Alleen als de nieuwe regering de mix aan toegezegde hervormingen wil wijzigen, dan is dat –zolang de opbrengst gelijkblijft– bespreekbaar. Minister Dijsselbloem (Financiën) klonk wat buigzamer door te huidige afspraken te bestempelen als „startpunt” van de onderhandelingen.
De oppositie herinnerde het kabinet er fijntjes aan dat het de afgelopen jaren wel vaker in Den Haag „A” zei om vervolgens in Brussel „B” te doen. Deels is dat ook onoverkomelijk: onderhandelen wordt lastig als je vóór die gesprekken al aangeeft tot hoever je exact bereid bent te gaan.
Is een compromis denkbaar?
In theorie wel. Zeker als een deal zodanig wollig wordt geformuleerd dat beide kampen het op hun eigen manier kunnen uitleggen. De Grieken betalen dan hun schuld op termijn gewoon af, maar krijgen wat meer ademruimte, bijvoorbeeld door het streefbedrag voor het jaarlijkse begrotingsoverschot te laten zakken. Om zo’n deal door de Noord-Europese parlementen te krijgen, zal hij wel gepaard moeten gaan met hardere afspraken over de aanpak van belastingontduiking en corruptie.
De Griekse schuld, is die echt zo onhoudbaar?
Dat ligt eraan hoe je die schuld beziet. Kijk je puur naar de omvang, dan is die met 320 miljard euro aan de maat. Zeker voor een land als Griekenland, dat een beperkt verdienvermogen heeft. Dijsselbloem benadrukte woensdag echter dat het veel belangrijker is om te kijken naar de zogenoemde schulddruk, die wordt bepaald door de aflossingstermijnen en de rente. Die druk is de afgelopen jaren voor Griekenland al drastisch verlaagd, waardoor het beslag dat de schuld legt op de Griekse economie zelfs lager is dan in landen zoals Ierland en Italië.