Rutte benadrukte dat „afspraak afspraak is” in de onderhandelingen tussen Griekenland en de eurozone over eventuele verlichting van de schulden. Er is een bestaand leningenprogramma, zei Rutte, met voorwaarden voor de staatsschuld en het begrotingstekort in Griekenland. „Daarbinnen heeft het land altijd de mogelijkheid om maatregelen te wijzigen, mits die hetzelfde opleveren.” Over dat laatste oordeelt de trojka van IMF, Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB). Die adviseert vervolgens de eurogroep.

Het is de Nederlandse inzet dat de gesprekken met de Grieken niet meer geld gaan kosten. In antwoord op vragen van D66-leider Alexander Pechtold en CDA-leider Sybrand Buma zei Rutte dat het „niet denkbaar” is dat de onderhandelingen leiden tot andere afspraken over het terugdringen van de staatsschuld en het begrotingstekort in Griekenland. Kamerleden constateerden daaruit dat hij een schuldverlichting „niet denkbaar” acht, maar dat wilde de premier niet met zoveel woorden bevestigen.

In het Kamerdebat zei eurogroepvoorzitter en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem dat nieuwe afspraken over de looptijd of het rentepercentage, die beschouwd worden als schuldverlichting, nu absoluut niet aan de orde zijn. Wel hebben de eurolanden in november 2012 met Griekenland afgesproken dat over dergelijke zaken te praten valt als de Grieken aan een aantal eisen hebben voldaan. Dat betekent dat ze eerst het huidige leningenprogramma moeten hebben afgerond, wat nog niet zo is. Ook moet er voor de langere termijn een primair overschot op de begroting zijn. En tot slot moet worden vastgesteld dat zo’n schuldverlichting ook echt noodzakelijk is. Zo ver is het allemaal nog lang niet, liet Dijsselbloem merken.