Buitenland

„Wel degelijk twijfel over inlichtingen rond Irak”

De inlichtingendienst van het Britse ministerie van Defensie had wel degelijk grote twijfels over het dossier over Irak dat de Britse regering in september 2002 heeft gepubliceerd, maar alle bezwaren zijn door de top van het ministerie terzijde geschoven. Dat schreef wapenexpert Brian Jones in The Independent van woensdag.

AP
5 February 2004 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:56

In het dossier beweerde de regering dat Irak chemische en biologische wapens had en een deel daarvan binnen 45 minuten in stelling kon brengen. Jones, inmiddels gepensioneerd, was destijds de chef van de afdeling die zich bij defensie bezighield met de analyse van inlichtingen over massavernietigingswapens. Hij schrijft dat de regering het dossier alleen „met een zorgvuldig voorbehoud” naar buiten had mogen brengen.

Vorige week concludeerde onderzoeksrechter Lord Hutton dat er geen basis was voor aantijgingen dat de regering het dossier met opzet heeft overdreven. Volgens Jones is dat dus wel het geval. Vorig najaar verklaarde Jones voor de commissie-Hutton ook al dat zijn afdeling grote reserves had bij de ”45-minutenpassage” in het dossier.

Volgens Jones was het John Scarlett, de voorzitter van de commissie die toezicht houdt op de inlichtingendiensten, die de omstreden beweringen liet opnemen in het dossier, terwijl Scarletts commissie helemaal niet over de expertise beschikte om over de waarschijnlijkheid ervan te kunnen oordelen. Scarlett formuleerde het zo sterk dat Alastair Campbell, Blairs ”spin doctor”, vervolgens „een waarschijnlijkheid in een zekerheid” vertaalde in het voorwoord van Blair bij het dossier.

Jones zei dat zijn medewerkers en hij destijds, in het najaar van 2002, al voorzagen dat er geen serieuze hoeveelheden massavernietigingswapens in Irak zouden worden gevonden. Om te voorkomen dat zij daar de schuld van zouden krijgen, hebben ze formeel bezwaar gemaakt tegen het dossier. Jones en zijn collega’s kregen te horen dat er heel gevoelige inlichtingen waren die ze niet mochten zien. Degenen die er toegang toe hadden, wisten nauwelijks iets van massavernietigingswapens, aldus Jones.

Dinsdag kondigde Blair, in navolging van de Amerikaanse president George Bush, een onderzoek aan naar de kwaliteit van de inlichtingen over Irak in de aanloop naar de oorlog. De vraag of de beslissing om Irak aan te vallen gerechtvaardigd was, blijft nadrukkelijk buiten het onderzoek. „Het is aan de regering, het parlement en de bevolking om dat te beoordelen. Dat is democratie. We hebben geen commissie nodig om ons dat te vertellen”, zei Blair dinsdag.

Blair zei woensdag tijdens een debat in het Lagerhuis dat er weliswaar geen massavernietigingswapens zijn gevonden, maar wel „laboratoria, diagrammen, documenten en wetenschappers die hun werk geheim moesten houden.” Dat was ook in strijd met de VN-resolutie over Irak, zei Blair. „Sommige mensen die tegen de oorlog waren zullen nu eenmaal niet rusten en het ene onderzoek na het andere blijven eisen, net zo lang tot een commissie concludeert dat het allemaal een vergissing was of, nog beter, een samenzwering.”

Het debat in het Lagerhuis werd woensdag tien minuten onderbroken door toedoen van luidruchtige figuren op de publieke tribune. Premier Tony Blair werd tot vijf keer toe onderbroken door mensen die woorden als „moordenaar” en „doofpot” schreeuwden. Daarop liet de voorzitter de publieke tribune schoonvegen. Zeven mensen zijn opgepakt, meldde de politie, allen studenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer