Voor het eerst in het vijftienjarig bestaan van het IPT veroordeelt dit tribunaal een inlichtingendienst, zo meldt Privacy International, een van de aanklagers in de zaak tegen de GCHQ. Het IPT is de enige rechtbank in Groot-Britannië die de inlichtingendiensten kan reguleren.

De Britse geheime dienst had afspraken met de Amerikaanse NSA. Deze afspraken hadden openbaar moeten zijn, oordeelde de rechter vrijdag.

De gegevens die de NSA met de GCHQ deelde, werden verzameld in de programma’s Prism en Upstream. Onder de codenaam Prism vergaart de NSA data van Amerikaanse internetbedrijven zoals Google en Microsoft. Upstream is een verzameling programma’s die zich richt op het aftappen van internetverkeer. Zo betaalt de NSA bijvoorbeeld internetproviders in Europa en het Midden-Oosten om in het geheim data te kunnen onderscheppen.

De plaatsvervangend directeur van Privacy International, Eric King, ziet de uitspraak als een bevestiging van wat zijn Londense burgerrechtenorganisatie al langer zegt: „Al veel te lang handelen de GCHQ en de NSA alsof ze boven de wet staan. De beslissing van vandaag bevestigt wat de afgelopen tien jaar al vaker is gezegd: de GCHQ en de NSA hebben de rechten geschonden van miljoenen mensen over de hele wereld.”

De Britse inlichtingendienst ziet zich in zijn positie juist gesterkt door de uitspraak van de rechtbank: „Het IPT-oordeel van vandaag bevestigt dat er voldoende waarborg was in het delen van inlichtingen. De uitspraak gaat vooral over hoeveel daarvan 
openbaar moest zijn”, aldus de dienst.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaat de zaak waarin nu uitspraak is gedaan nogmaals behandelen, op verzoek van Amnesty International en Liberty; andere partijen in deze zaak.